Na aanhouding kan een verdachte maximaal 9 uur worden opgehouden op het politiebureau. De termijn tussen middernacht en 09.00 uur telt niet mee. De daaropvolgende inverzekeringstelling is maximaal 3 dagen. Die termijn kan met 3 dagen worden verlengd. Vervolgens kan de rechter-commissaris een bevel tot bewaring voor maximaal 14 dagen afgeven. De raadkamer van de rechtbank kan de gevangenhouding voor maximaal 90 dagen bevelen. In totaal kan het dus maximaal 110 dagen en 18 uren duren voordat de zaak op een openbare zitting door de rechtbank wordt behandeld. Indien het opsporingsonderzoek tegen die tijd nog niet is afgerond, kan de rechtbank het bevel tot voorlopige hechtenis verlengen met maximaal 3 maanden. Indien aan het einde van die termijn het onderzoek nog steeds niet is afgerond, kan de rechtbank het voorarrest wederom verlengen met maximaal 3 maanden. De wet stelt geen maximum aan het aantal verlengingen. Wel eist de wet dat het alleen kan “indien het belang van het onderzoek dit vordert” en dat er nog steeds gronden aanwezig zijn om het voorarrest te verlengen.