De 28-jarige verdachte in de zogeheten zedenzaak Oudenbosch heeft het door hem ingestelde hoger beroep op 11 februari jl. ingetrokken. Op 18 februari a.s. zou de zaak door het gerechtshof in Den Bosch inhoudelijk worden behandeld.
Onze cliënt is eerder door de rechtbank veroordeeld wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving van één meisje en seksueel misbruik van een drietal meisjes. De meisjes waren tussen de vijf en acht jaar oud. De rechtbank achtte voorts het bezit van kinderpornografisch materiaal bewezen. Aan cliënt is opgelegd een gevangenisstraf van acht jaren en tbs met verpleging van overheidswege. Klik hier voor het volledige vonnis. Het hoger beroep was met name gericht tegen de opgelegde tbs-maatregel. Cliënt heeft een grotendeels bekennende verklaring afgelegd.
Onze cliënt verblijft sinds februari 2012 in voorarrest. In hoger beroep heeft cliënt zich laten bijstaan en adviseren door raadsman mr. Tjalling van der Goot.
Bij nader inzien legt cliënt zich neer bij de tbs. Omdat cliënt van mening is dat de hoogte van de eveneens opgelegde gevangenisstraf gelet op de bewezen verklaarde feiten te rechtvaardigen valt, is voortzetting van het hoger beroep niet wenselijk. Bij die afweging hebben de belangen van de slachtoffers en hun ouders voor cliënt een grote rol gespeeld. Als gevolg van de intrekking van het appel kan hen immers een – naar alle waarschijnlijkheid gespannen – gang naar het hof worden bespaard.
Het OM had geen hoger beroep ingesteld.
Een verdachte kan na intrekking van het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard in diens hoger beroep. Omdat eerder pro forma zittingen hebben plaatsgevonden en de zaak aldus eerder ter terechtzitting is uitgeroepen, leidt intrekking niet per definitie tot niet-ontvankelijkheid in het beroep. Op grond van rechtspraak van de Hoge Raad dient het hof daarbij belangen af te wegen. Het OM heeft echter laten weten dat het geen belang heeft bij voortzetting van het beroep. Het OM heeft daarbij uitdrukkelijk de belangen van de slachtoffers en de ouders meegewogen. Het hof zal over de ontvankelijkheid nog een uitspraak moeten doen. Dat kan slechts ter terechtzitting. Het hof heeft echter op voorhand laten weten dat de zaak op 18 februari a.s. niet inhoudelijk zal worden behandeld, ook niet indien het hof ondanks de intrekking van het hoger beroep de behandeling toch voortzet. In dat laatste geval zal op een nader te bepalen zitting de behandeling van het hoger beroep worden voortgezet.
Indien onze cliënt conform de wens van de verdediging en het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard in diens hoger beroep is het vonnis van de rechtbank onherroepelijk. Na ommekomst van 2/3 van de gevangenisstraf kan cliënt geplaatst worden in een tbs-kliniek, in juni 2017. Tweejaarlijks wordt na plaatsing in een tbs-kliniek door de rechtbank getoetst of voortzetting van de dwangverpleging noodzakelijk is.