Vandaag heeft het gerechtshof in Leeuwarden een vordering van het openbaar ministerie om nader onderzoek te verrichten in de zaak van de gewelddadige dood van mevrouw Ida Klijnstra in juni 2008 in De Blesse afgewezen. De rechtbank sprak in 2022 onze 37-jarige cliënt (en diens broer) vrij van betrokkenheid hierbij. De officier van justitie stelde tegen het vonnis hoger beroep in. Het OM had in eerste aanleg een gevangenisstraf van tien jaren geëist. Onze cliënt heeft altijd ontkend iets met de dood van het slachtoffer te maken te hebben gehad.
Het OM vorderde thans dat nader gedragsdeskundig onderzoek zou moeten plaatsvinden naar de persoon van de broer van cliënt. Bovendien zou een deskundige moeten worden ingeschakeld om de betrouwbaarheid van de verklaringen van de broer van cliënt te beoordelen. Raadsman Tjalling van der Goot verzette zich tegen toewijzing omdat het onderzoek niet noodzakelijk is voor de bewijsvraag. Ter zitting bleek bovendien dat de medeverdachte niet bereid is om mee te werken aan een dergelijk onderzoek.
Het hof oordeelde dat met het gevorderde nadere onderzoek inhoudelijk niets verandert. De vraag of een getuige wel of niet betrouwbaar is, is juist een vraag die het hof zelf beantwoordt. Die vraag behoeft volgens het hof niet door een deskundige te worden beantwoord. Nader onderzoek is dus niet noodzakelijk voor enige in de strafzaak te nemen beslissing. Om deze reden is de vordering van het OM afgewezen.
De zaak zal te zijner tijd inhoudelijk worden behandeld. Wanneer de zaak wordt behandeld, is nog niet bekend.
@LC