In de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden van 30 juli jl. is een opinie van Tjalling van der Goot geplaatst. Onder de kop ‘Waarom is een tweede kans zo moeilijk?" uit hij zijn zorgen over het uitsluiten van veroordeelden. Directe aanleiding is de deelname aan de Olympische Spelen van beachvolleyballer Steven van de Velde. Hij is in 2016 veroordeeld voor een zedenfeit. Een petitie om hem van deelname uit te sluiten is door meer dan 80.000 mensen getekend. Hij is tijdens de Spelen van de andere sporters afgezonderd en spreekt niet met de pers. Het is een maatschappelijk probleem om mensen geen tweede kans te gunnen.
In het opiniestuk verwijst Van der Goot ook naar situaties dat personen door de publieke opinie zonder een rechterlijk oordeel al worden veroordeeld. Een voorbeeld hiervan is Marco Borsato. Hij is jaren terug beschuldigd van seksuele delicten zoals grooming en aanranding. In 2023 kondigde het OM aan dat sommige aangiftes niet worden vervolgd. Toch werd Marco Borsato's muziek verbannen van Nederlandse radiostations, werd zijn wassenbeeld in Madame Tussauds-museum in Amsterdam verwijderd en moest hij zijn rol als ambassadeur voor NGO War Child stopzetten. Voor optredens wordt hij ook niet meer gevraagd.
Van der Goot vervolgt:
"En zo kunnen we wel even doorgaan. Het boycotten van muziek van Lil' Kleine, Bilal Wahib, Ali B, Glennis Grace of R. Kelly. Of films of series met Thijs Römer of Imanuelle Grives niet meer uitzenden. Waar ligt de grens? Moeten we eerst iemands doopceel lichten, constateren dat iemand ‘schoon’ is alvorens we zijn of haar kunsten gaan vertonen? Verworden we dan niet allemaal tot een moraalpolitie?
Er zijn ook gevallen waarin geen sprake is van strafbaar maar van hooguit moreel verwerpelijk gedrag. Denk aan The Voice bandleider Jeroen Rietbergen. Het OM heeft de strafzaak geseponeerd, maar Rietbergen zijn carrière is weg.
Iemands artistieke of sportieve kwaliteiten kunnen klaarblijkelijk niet los worden gezien van de achtergronden van de persoon. Oftewel, als iemand beticht wordt van of veroordeeld is voor een strafbaar feit, ‘moeten’ we hem als sporter, zanger of artiest ook niet meer. We geven hem of haar nog een trap na.
Volkomen onterecht en contraproductief. In het geval van een enkele beschuldiging is het helder. Er is nog geen rechter geweest die de aantijging heeft bewezen. Eenieder moet voor onschuldig worden gehouden totdat het tegendeel bewezen is. Deze zogeheten onschuldpresumptie is in diverse door Nederland geratificeerde verdragen vastgelegd en past bij elke beschaafde natie.
Maar ook na een veroordeling past het volstrekt niet om de veroordeelde te cancelen. Een straf heeft namelijk diverse doelen: vergelding, preventie en resocialisatie. Dat laatste is expliciet in de wet opgenomen. In de Penitentiaire Beginselenwet staat dat de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf zoveel mogelijk dienstbaar wordt gemaakt aan de voorbereiding van terugkeer in de maatschappij.
Uit vele wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat een geslaagde resocialisatie en re-integratie na een vrijheidsstraf uitermate bevorderlijk is om de kans op herhaling terug te dringen. Anders gezegd, het uitsluiten of cancelen van een veroordeelde na zijn straf werkt recidive verhogend. Er is dus een groot maatschappelijk belang om een veroordeelde na zijn veroordeling weer volledig op te nemen.
Fouten worden gemaakt. Maar dat betekent niet dat de ‘zondaar’ in alles een slecht mens is. Van fouten kun je leren. Laat het bestraffen over aan de onafhankelijke rechter. Daarna? Iedereen verdient een tweede kans. Daarbij is niet alleen de veroordeelde gebaat, ook de samenleving. Uitsluiting is koren op de molen van de herhalingskans. Iemand weer accepteren is geen kunst, iedereen kan het. Daar wordt de samenleving een stuk menselijker van. Ik hoop op een finaleplek voor Steven van de Velde."
Klik hier voor het volledige opiniestuk.