De kantonrechter in Leeuwarden heeft gisteren een 46-jarige man uit Leeuwarden vrijgesproken in een principiële kwestie.
Wat was er aan de hand?
Cliënt, een 46-jarige man uit Leeuwarden, werkt als schaapsherder voor de gemeente Leeuwarden. Op 9 juli 2023 was hij samen met de medeverdachte bezig met het verkennen van de route in de omgeving van de Vierhuisterweg in de Friese hoofdstad. Cliënt kreeg van handhavers van de gemeente Leeuwarden een boete, op grond van de APV, omdat hij zijn hond niet had aangelijnd.
Van belang daarbij is dat cliënt kampt met epileptische klachten. Hij maakt daarom al jarenlang gebruik van een zogenoemde epilepsiesignaalhond. Een epilepsiesignaalhond mag niet worden aangelijnd omdat deze bij aanlijning niet kan ingrijpen of omstanders kan waarschuwen bij een epileptische aanval.
Met deze epilepsiesignaalhond hoedt cliënt als jaren ook de schapen.
Vanaf de staandehouding van cliënt, heeft hij uitgelegd dat hij buiten de bebouwde kom liep, zijn hond niet mag worden aangelijnd en hij bovendien bezig was met het hoeden van schapen in de uitoefening van rol als schaapsherder.
Desondanks kreeg cliënt een boete voor het laten loslopen van zijn honden. Vanwege het principiële karakter in deze zaak weigerde cliënt de boete van €100,-- euro te betalen en is de zaak voorgelegd aan de kantonrechter.
De kantonrechter moest hierover nu oordelen. Cliënt wordt bijgestaan door zijn raadsman Ronald Knegt. Knegt verzocht om een einde te maken aan de vervolging van cliënt. Cliënt heeft in de afgelopen jaren veelvuldig te maken gehad met (onterechte) boetes met boetes vanwege zijn loslopende hond. Vanaf 2016 zijn er vele strafrechtelijke procedures gevoerd; steeds bleek dat de boetes ten onrechte waren uitgedeeld.
De raadsman voerde in zijn verweer diverse argumenten aan om niet tot een veroordeling te komen. Onder meer de juridische grondslag die gebruikt is. Cliënt werd namelijk verweten dat hij de APV uit 2018 had overtreden, die is inmiddels gewijzigd en dus niet meer geldt. Daarnaast dat het OM - gelet op de historie van (achteraf onterechte) boetes tegen cliënt, zijn bekendheid als schaapsherder en gebruiker van een epilepsiesignaalhond - niet tot vervolging had mogen overgaan. Daarnaast bepleitte de verdediging dat op basis van de APV en onderliggende regels dat niet kon worden bewezen dat cliënt binnen de bebouwde kom liep met zijn hond. Bovendien liep hij als schaapsherder in een aangewezen losloopgebied en maakte hij gebruik van een hulphond. De raadsman vroeg om de boete te vernietigen en cliënt te ontslaan van rechtsvervolging, omdat de verdachte en het feit niet strafbaar zijn onder deze omstandigheden.
De kantonrechter volgde het verweer van de verdediging. Uit het dossier volgde dat cliënt buiten de bebouwde kom liep, in zijn hoedanigheid van schaapsherder terwijl hij gebruik maakte van een hulphond. De kantonrechter heeft de boete vernietigd en cliënt vrijgesproken.
Cliënt hoopt dat de zaak hiermee is afgerond en dat hij ook in de toekomst gevrijwaard blijft van boetes van overijverige BOA’s. Een adequate verdediging loont - zekere in principiële zaken.