Het gerechtshof in Arnhem heeft het beklag van de nabestaanden van het slachtoffer dat door een politiekogel om het leven kwam in Boelenslaan afgewezen. Daarmee komt definitief een einde aan het opsporingsonderzoek.
Op 16 september 2021 reed een bestuurder (het latere slachtoffer) van een voertuig ’s nachts met hoge snelheid, zonder verlichting en door een rood stoplicht. Diverse politie-eenheden zetten de achtervolging in. Tijdens die achtervolging stopte de bestuurder abrupt op een zandweg waardoor de achtervolgende politievoertuigen gedwongen waren te stoppen. Daarna reed het voertuig met hoge snelheid naar voren om daarna weer tot stilstand te komen. Vervolgens reed dit voertuig met hoge snelheid achteruit richting de politie en haar voertuigen. Een van de agenten bevond zich nog in een van de politievoertuigen. Daarop hebben drie agenten zich genoodzaakt gezien in de richting van het voertuig te schieten. Het slachtoffer is tegen een politievoertuig aangereden en kwam nadien in een nabij gelegen weiland tot stilstand. De bestuurder bleek te zijn geraakt in zijn rug/nek en is daardoor overleden.
Door de Rijksrecherche is uitgebreid onderzoek gedaan. Daarbij zijn alle betrokken agenten gehoord. Raadsman Tjalling van der Goot staat twee van hen bij. Het Openbaar Ministerie heeft in 2023 besloten dat cliënten geen verdachte zijn of worden. Daarop hebben de nabestaanden een klacht bij het gerechtshof ingediend om vervolging af te dwingen.
Het hof oordeelt dat sprake was van een noodweersituatie. Indien een strafrechter inhoudelijk deze zaak zou moeten beoordelen zou volgens het hof geen veroordeling volgen. Daarmee oordeelt het gerechtshof dat de agenten juist hebben gehandeld.
Het hof oordeelt als volgt: “Het hof verwacht dat de strafrechter die over deze zaak zou moeten oordelen op basis van het huidige dossier het voldoende aannemelijk zal vinden dat er voor beklaagden op het moment van schieten sprake was van een (verontschuldigbare dwaling inzake de) noodzakelijke verdediging tegen de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Het beroep van beklaagden op (putatief) noodweer zal naar het oordeel van het hof derhalve gehonoreerd moeten worden. Een later oordelende strafrechter zal op basis van het huidige dossier beklaagden dan ook niet veroordelen.”