Een 20-jarige man werd ervan verdacht dat hij in juli 2023 samen met twee andere mannen in de vroege ochtend een woning in Groningen was binnen gegaan. Hierbij zou een kluis zijn buit gemaakt waarbij een medeverdachte een mes had getoond en de bewoner had bedreigd. Onze cliënt stelde dat hij enkel in de woonkamer was geweest terwijl de medeverdachte in de slaapkamer het mes zou hebben getrokken waarna alle verdachten de woning snel hadden verlaten.
Advocaat Leon Klewer voerde ter zitting van de meervoudige kamer in de rechtbank in Groningen aan dat de cliënt zelf geen geweld had toegepast noch hiermee had gedreigd. De man was niet op de hoogte van het feit dat een medeverdachte een mes droeg die nacht en aangever hiermee had bedreigd, ook niet voordat de diefstal zou hebben plaatsgevonden. De rechtbank ging hierin mee. “Het enkele feit dat voorzienbaar was dat verdachten met aangever zouden worden geconfronteerd, betekent in dit geval niet dat verdachte opzet had op de door [medeverdachte] gepleegde bedreiging met geweld. Er is geen bewijs dat verdachte ervan op de hoogte was dat [medeverdachte] een mes voorhanden had, de verklaring van
[medeverdachte 2] acht de rechtbank daarvoor onvoldoende betrouwbaar.” Van dit feit werd cliënt vrijgesproken. Voor de diefstal in vereniging legde de rechtbank een gevangenisstraf op die zelfs korter was dan de man in voorlopige hechtenis had gezeten. Klewer bepleitte ook de afwijzing van de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf, de rechtbank volgde ook dit verweer.
Ook al betwist een verdachte niet alle betrokkenheid bij een strafbaar feit, het loont om als advocaat kritisch naar het bewijs te kijken. In dit geval liep de strafzaak voor de cliënt met een sisser af.