Volgens Tjalling van der Goot is er bij de handhaving van snelwegblokkades geen peil op te trekken. Dat zegt hij in een interview dat vandaag gepubliceerd is in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden. Soms worden bestuurders van - vooral – tractoren met rust gelaten, soms krijgen ze een boete voor het rijden met tractor op de snelweg, soms worden ze vervolgd voor het veroorzaken van gevaar op de weg of – indien een ongeval – voor schuld aan een verkeersongeval. In andere gevallen volgt vervolging wegens het belemmeren van een 'landweg'. Meer duidelijkheid over de wijze van handhaven zou beter zijn voor de rechtszekerheid van degene die er voor kiest om op de weg te demonstreren, maar ook voor de agent die dan beter kan uitleggen waarom er gehandhaafd wordt.
Klik hier voor het volledige artikel.
Bij een snelwegblokkade komen diverse mogelijke strafbare feiten in beeld. In het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens is geregeld dat een tractor niet op de snelweg mag rijden. Meestal wordt de overtreding afgedaan met een geldboete. Daarnaast is in de Wegenverkeerswet opgenomen dat het verboden is om het verkeer in gevaar te brengen (artikel 5). Bovendien kan een verkeersdeelnemer worden vervolgd wegens zwaar letsel of dood door schuld indien door verkeersgedrag een ongeval is veroorzaakt. Indien ‘troep’ op de weg in brand wordt gestoken, kan ook worden vervolgd voor een milieudelict uit de Wet Milieubeheer. De zwaarste straf kan echter worden gegeven voor het overtreden van artikel 162 uit het Wetboek van Strafrecht. Namelijk negen jaar voor ‘hij die opzettelijk enige land- of waterweg verspert indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is’.
De praktijk leert dat het voor verdachten alle kanten op kan en dat de afhandeling van dergelijke strafbare feiten willekeurig lijkt.
,,Er is heel vaak een spanningsveld tussen aan de ene kant het demonstratierecht, waar zo min mogelijk blokkades voor mogen opgeworpen, en aan de andere kant het strafrecht. Licht strafbare feiten zouden in het licht van demonstratierecht misschien nog wel kunnen, maar waar ligt de grens?”
In de wet is geregeld dat Openbaar Ministerie verantwoordelijk is voor de vervolging en daarin een grote mate van vrijheid heeft. Die vrijheid wordt begrensd door – onder meer – het verbod van willekeur. De huidige vervolgingspraktijk staat op gespannen voet met dit verbod.
De minister van Justitie en Veiligheid heeft recent aangegeven dat er harder wordt opgetreden. Volgens Van der Goot heeft deze uitlating het karakter van spierballentaal en vreest hij dat die verwachting niet kan worden nagekomen. Van der Goot staat ook politieagenten bij die betrokken zijn geweest bij mogelijk strafbare handelingen en stelt dat het praktisch niet haalbaar is om alle bestuurders van voertuigen bij een snelwegblokkade te beboeten of te vervolgen.