Op 31 januari jl. is door het gerechtshof in Leeuwarden het hoger beroep behandeld tegen 10 verdachten. Allen wordt verweten dat zij gezamenlijk en opzettelijk een carbidkanon op Oudejaarsavond 2020 in het centrum van Joure tot ontploffing hebben gebracht. De rechtbank heeft allen veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren. Alle cliënten hebben tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De cliënten verklaren stuk voor stuk dat er geen afspraak is gemaakt om het kanon aldaar tot ontploffing te brengen. Volgens hen is het een ongeluk geweest. Ze hebben zich de volgende dag bij de politie gemeld omdat ze de schade wilden vergoeden.
Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat die avond een grote groep elders in de buurt van Joure aanwezig was en dat daar het plan is opgevat om het kanon in een park te laten knallen. Slechts een deel van de groep heeft zich later bij de politie gemeld, wie de naderen zijn is onbekend.
Toen bleek dat het hek van het park dicht zat, is de auto met daarachter het kanon omgedraaid en teruggereden. Vervolgens is het kanon ontploft.
Het OM gaat er van uit dat alle cliënten bewust het kanon hebben laten exploderen. Er is dus sprake van opzet. Volgens het OM dient ook in hogere beroep een taakstraf van 180 uren te moeten worden opgelegd.
Raadsman Tjalling van der Goot bepleitte vrijspraak. In het opsporingsonderzoek is namelijk niet gebleken van afspraken. Integendeel. Bovendien waren drie cliënten op geruime afstand van de explosie. Uit niets blijkt dat zij op de hoogte zijn gesteld van een (mogelijk) gewijzigd plan toen bleek dat het hek dicht zat. De stelling van het OM dat alle cliënten van de explosie in het centrum op de hoogte waren berust volgens hem op een aanname en invulling.
Van der Goot betoogde verder dat de oorzaak van de ontsteking onvoldoende is vastgesteld. De rechtbank ging ten aanzien van de oorzaak in haar vonnis nog uit van een druk op de knop op een schrikapparaat dat op de achterbank van de personenauto lag. Volgens de politie is dat niet mogelijk omdat gebleken is dat aan de uiteinden van de draad uit het carbidkanon – gelet op de uiterlijke staat – geen apparaat bevestigd kan zijn geweest. Diverse cliënten verklaren voorts dat er geen draad in de auto was en dat de draad tijdens het rijden opgewonden was op het kanon. Volgens de verdediging zijn andere mogelijke oorzaken – zoals statische elektriciteit of het veroorzaken van een vonk door wrijving van ijzer op ijzer in het kanon – niet onderzocht.
Het hof doet uitspraak op 14 februari.
@LC