Op NPO Radio 1 heeft onze oud-kantoorgenoot Wim Anker teruggeblikt op de verdediging in de Amsterdamse zedenzaak. Onze cliënt Robert M. werd in december 2010 aangehouden en gedurende het proces bijgestaan door Wim Anker en Tjalling van der Goot. “Het was roeien tegen de stroom in. En de stroom uit de samenleving was ongelooflijk.”
Klik hier om het interview te beluisteren (vanaf 30.00 minuten)
Exact 12 jaar geleden – op 12 december 2010 – maakte toenmalig burgemeester Van der Laan van Amsterdam bekend dat tientallen kinderen misbruikt zouden zijn op een kinderdagverblijf. Robert M. legde bekennende verklaringen af. Nederland was geschokt.
Een paar citaten van Wim Anker.
Hoe kwam Robert M. bij een kantoor in Friesland terecht? Robert M is – zoals elke aangehouden verdachte – eerst bezocht door een piketadvocaat. Kennelijk heeft deze al snel gevoeld dat het een omvangrijke, gevoelige en complexe zaak was. Naar wij aannemen heeft deze in overleg met de cliënt besloten ons kantoor te benaderen. Wij waren en zijn een specialistisch kantoor. En principieel. Een van de uitgangspunten is dat we een ieder bijstaan. We kijken niet naar de aard en ernst van de feiten. We hebben alleen intern bekeken of er ruimte was. Toen kwamen we er op uit dat Tjalling van der Goot en ikzelf de bijstand zouden verlenen. De rest van de kantoorgenoten heeft ondersteunende werkzaamheden verricht. Je kunt dus zeggen dat we de zaak met het hele kantoor hebben gedaan.
Heeft u ook moeten uitleggen waarom u deze zaak deed? Ja, iedere dag. De eerste nacht nadat bekend was dat ons kantoor de verdediging voerde waren er al honderden mails met beledigingen en bedreigingen. Dat was voor ons kantoor ongewoon. Vanaf dat moment moesten we uitleggen waarom we de man bijstonden. Dat hebben we steeds rustig uitgelegd. We weigeren nooit een cliënt op grond van de feiten.
U heeft zich ook gestoord aan mediaberichtgeving? Jazeker. Jaren achtereen werd in een dagblad een foto getoond met de tekst ‘Het monster van Riga’. Ik heb wel eens verzucht: “Alleen het woord Riga klopt”. De nuance was compleet zoek. En de rechter was nog helemaal niet in beeld. Toch werd hij al het Monster van Riga genoemd. Wat verwacht je dan van alle lezers, dat die meer nuance hebben? Dat was een heel slecht signaal.
Schrok u ook van deze zaak? We schrikken niet zo snel. Maar wel van de de omvang. We hadden begin jaren 2000 de Volendambrand gehad met zo’n 50.000 pagina’s. De Amsterdamse zedenzaak was van een veel grotere omvang. In de zaak Robert M. stonden gangen op kantoor volgestouwd met ordners. Punt voor een advocaat is dat we eerst zelf die ordners door moesten en daarna meermalen per week naar Vught om de inhoud door te nemen met de cliënt. De man was intelligent en zeer betrokken bij zijn zaak.
Zo’n eerste gesprek? Dat verliep soepel. We zijn heel wat gewend. We laten ons niet afschrikken door negatieve teksten, processen-verbaal of foto’s over onze cliënt. We zijn professionals. Maar het was roeien tegen de stroom in. Die stroom uit de samenleving was ongelooflijk.
Op 1 oktober 2013 kwam er een soort van kentering. Er was eerder een documentaire over ons kantoor opgenomen door de documentairemaaksters Maria Mok en Meral Uslu. Die was net beëindigd. Vlak daarna werd Robert M. aangehouden. Ze vroegen of ze ons ook mochten volgen in deze zaak. Daar hebben we lang over nagedacht. En toch gedaan. In die documentaire van anderhalf uur hebben we laten zien waarom en hoe we de verdediging voeren en wat voor obstakels je onderweg tegenkomt. Maar dat je altijd blijft vechten voor die ene cliënt. Die docu werd op 1 oktober 2013 uitgezonden. Nadien kregen we veel positieve reacties, zelfs van enkele ouders in de zedenzaak. Dat heeft Tjalling en mij echt ontroerd. Die ouders hadden de documentaire gezien en meldden dat ze onder indruk waren en dat ze begrepen wat onze taak en houding als verdedigers was.