Wim Anker heeft op 17 december jl. in een radio-interview in ‘Met het oog op morgen’ gesteld dat de strafadvocatuur meer dan ooit nodig is in onze maatschappij. “Toen wij 40 jaar geleden begonnen, was het heerlijk. Resocialisatie stond centraal. Nu vechten repressie en vergelding om voorrang. De politiek is verhard, het strafklimaat is verhard. Wij zijn anno 2021 meer dan ooit nodig.”
Klik hier voor het vraaggesprek
Anker beschrijft zijn laatste zitting van die dag. Na afloop realiseerde ik me wel: ‘Ik zal niet meer pleiten. Dat heb ik altijd het hoogtepunt gevonden. Dat zal ik erg missen.’
Mijn broer was afgelopen week erg ontroerd toen hij zijn laatste zitting had in Zwolle. De president zei na afloop ’gaat u zitten’. De rechtbank, de griffier en de officier van justitie gingen toen staan. Mijn broer hans werd toen toegesproken.
Met sommige cliënten en hun zaken blijf ik betrokken. We zijn ooit langzamerhand in de tbs gerold. Dan heb je tientallen jaren contact. Toen kwamen daar levenslangen bij. Een krant kopte ooit: ‘Anker. Advocaat van de uitzichtlozen’. Dat is een zware klus. Van mijn cliënt Gerrit vind ik het moeilijk om afscheid te nemen. Daarmee heb ik een band. Dan ga ik misschien de volgende keer achterin de zaal zitten bij de zitting.
Wat heb ik van het leven geleerd in die jaren? Dat je een niet te somber mensbeeld moet hebben. Daar neigde ik wel eens toe. Wij krijgen op kantoor alleen de gevallen waarin het ernstig mis is gegaan. Je wordt geconfronteerd met veel ellende.
Wat heb ik over mezelf geleerd? Dat ik blij ben dat ik samen met mijn broer zo’n 40 jaren in de weerbarstige en zware praktijk heb kunnen werken en we elkaar zo prachtig aanvullen. Hij pepte me wel eens op. We hebben elkaar samen in balans gehouden.
Na 1 januari stop ik als advocaat maar blijf wel doorgaan met het geven van lezingen. Om duidelijk te maken wat de rol en taak is van de strafadvocaat.