De rechtbank in Den Haag heeft vandaag het beveiligingsbedrijf International Security Agency (ISA) bv, diens directeur en een projectleider vrijgesproken van betrokkenheid bij een mishandeling van een ex-profvoetballer en van vermeende beïnvloeding van getuigen. ISA was ingehuurd om de beveiliging te verzorgen op de Westlandse Cross te Honselersdijk in 2016. Tijdens dat evenement is de ex-voetballer mishandeld door onbekende beveiligers nadat deze eerder die avond een collega-beveiliger tegen het hoofd had geschopt. De rechtbank heeft de oud-voetballer hiervoor veroordeeld tot een werkstraf van 150 uren.
Klik hier voor de uitspraak tegen de directeur en de uitspraak tegen de projectleider.
De strafzaak is opmerkelijk omdat het openbaar ministerie door deze vervolging volgens raadsman Tjalling van der Goot een risicoaansprakelijkheid voor het beveiligingsbedrijf en de leidinggevenden trachtte te introduceren voor door onbekende derden gepleegde strafbare feiten. Een veroordeling zou niet alleen grote gevolgen hebben voor het bedrijf en de leidinggevenden, maar ook voor de hele branche. Strafbare feiten door derden zouden dan aan het beveiligingsbedrijf kunnen worden toegerekend, met alle negatieve gevolgen van dien.
De rechtbank oordeelt dat op zichzelf niet uitgesloten is dat ook een rechtspersoon zich schuldig maakt aan mishandeling. Volgens de rechtbank kunnen echter de door onbekenden gepleegde geweldsfeiten niet aan de rechtspersoon worden toegerekend omdat deze niet hebben plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon. Integendeel. Geen van de leidinggevenden was op de hoogte van het gepleegde geweld, het geweld past niet binnen de normale bedrijfsvoering en wordt door de rechtspersoon ook niet aanvaard.
Ook voor het ten laste gelegde beïnvloeden van getuigen is volgens de rechtbank geen bewijs. Het gaat om afgeluisterde telefoongesprekken die met name door de projectleider zijn gevoerd met medewerkers van het bedrijf die zich zorgen maakten om het feit dat zij als verdachte werden aangemerkt en door de politie zouden worden gehoord. Volgens de rechtbank heeft de projectleider juist op een geruststellende wijze uitleg gegeven over wat het verhoor inhield. Op geen enkele wijze heeft de rechtbank uit de gesprekken kunnen afleiden dat de verklaringsvrijheid werd beïnvloed.
De uitspraak is reden tot grote opluchting. Het voortbestaan van het bedrijf zou gevaar lopen indien het bedrijf en/of diens directeur zou zijn veroordeeld. In dat geval zou geen vergunning worden vertrekt aan de bv en aan de directeur om in de beveiligingsbranche werkzaamheden te verrichten.
Het openbaar ministerie heeft de mogelijkheid om binnen 14 dagen hoger beroep in te stellen. Het is nog niet bekend of het OM hoger beroep wenst in te stellen.