In het politievakblad Blauw is deze week een interview met mr. Wim Anker gepubliceerd. Klik hier voor de volledige tekst.
Anker zegt onder meer: "ik houd van mijn beroep. je moet vechten, schieten, de underdog bijstaan. Dat past ons."
"Wij hebben een kantoor met pricipiële uitgangspunten en met een sociaal gezicht. Wij kijken niet naar slachtoffers, nabestaanden en samenleving, want daar is het OM voor. Wij staan verdachten bij. Wij hebben bovendien als uitgangspunt dat de cliënt ons kiest en wij niet de cliënt. Daarbij staan we een ieder bij en maken nooit een uitzondering, tenzij sprake is van belangenverstrengeling. Een ander uitgangspunt is dat wij de regie hebben en niet de cliënt."
Hij spreekt over de bijstand in de Volendambrand ("de meest indringende zaak die ik ooit heb gedaan" ) en over de zaak Robert M. ("ik vond het een waardig proces maar met meerdere dissonanten"). Hij zegt verder: "Wij hebben heel veel last van het verharde strafklimaat en politieke klimaat. Dat gaat ten koste van de rechten van verdachten sinds Opstelten en Teeven aan het bewind zijn."
Terugkijkend sluit Anker af. "Ik voel me nu gelukkiger in mijn werk. Ik was de eerste vijf jaar best onzeker. Ik ben nog net zo betrokken. We zijn feller geworden, want we zijn meer nodig dan ooit. Dat vind ik wel mooi. We bemoeien ons niet alleen met de strafzaak, maar ook met allerlei ontwikkelingen die gaande zijn. Dat is het prachtige van dit beroep: geen hiërarchische lijnen, volledig zelfstandig en onafhankelijk, schieten maar."