Als er weer een omvangrijke strafzaak bij het advocatenkantoor Anker & Anker aan de Ossekop in Leeuwarden komt, zullen de overige zes advocaten van het kantoor de cliënt met passie, kwaliteit en gedrevenheid verdedigen. Maar bij advocaat Wim Anker (62) gaat het roer om. In een interview deze week met de Leeuwarder Courant laat Anker weten dat hij meer lezingen wil geven en tbs-cliënten blijft bijstaan. “Maar voortaan zal hij niet meer de eerste viool spelen bij grotere strafzaken.”
Klik hier voor het volledige interview.
Wim Anker stelt dat de werkdruk op kantoor is toegenomen. “Regelmatig zien de kantoorgenoten hem klapwiekend door de gangen hippen. ‘Daar loopt hij weer te fladderen’, zeggen ze dan. De stress maakt hem minder aanspreekbaar, kort aangebonden. (…) Zelfs twee thuiswedstrijden van sc Heerenveen tegen Cambuur en Feyenoord moest Wim dit jaar laten schieten. ‘Die mis ik nooit, maar het kon niet anders.’ (…) Dan is er wel een grens bereikt.”
Wim is niet iemand die zaken gemakkelijk naast zich neer kan leggen, in tegenstelling tot kantoorgenoten zoals – onder meer- broer Hans. “Als het om water zou gaan, is Hans een eend of dolfijn. Hij schudt even en is het weer kwijt. Ik ben eerder een poes, het gaat bij mij toch wat meer in de vacht zitten. Ik heb niet voor niets drie keer een burn-out gehad, broeder niet. (…) Ik heb roofbouw gepleegd op mijn lichaam.”
“De advocaten van kantoor Anker & Anker hadden zich de nodige ellende kunnen besparen door een iets minder principiële opstelling. Het uitgangspunt dat iedere verdachte recht heeft op verdediging, betekent dat ze geen zaken weigeren vanwege de aard of de ernst van het feit.” Anker hierover: “We zien iemand die ons belt om hulp niet als dader of crimineel, maar als verdachte en iedereen heeft recht op een eerlijk proces. Dan krijg je wel eens eieren of rotte tomaten toegeworpen. (…) Vergeet niet, morgen kun je zelf verdachte zijn, zoals Albert Heringa die zijn zieke moeder hielp die dood wilde. Zeg nooit: het is ver van mijn bed, want de grens tussen verdachte of niet is flinterdun. Wij staan niet de onderwereld bij, maar een doorsnee van de samenleving.”
Anker spreekt liever van ‘een koerswijziging ‘ dan van ‘een stap terug’. “Niet meer hoofdverantwoordelijk zijn voor de loodzware strafdossiers van duizenden pagina’s, maar meer de nadruk op het ‘lichtere’ werk: de politierechter, jeugdstrafzaken. “Als ik pleit ben ik gelukkig, dus dat blijf ik doen. (…) Ik blijf gewoon knallen, maar zoals het de laatste twee jaar ging, kan het niet meer.”