Het gerechtshof in Leeuwarden heeft vandaag onze cliënt, Doede de Jong, de 65-jarige man uit Appelscha, schuldig verklaard zonder oplegging van een straf. Hoewel bewezen is dat cliënt in 2010 en 2011 hennep heeft geteeld, vindt het hof aanleiding om een zogeheten rechterlijk pardon uit te spreken. Voor cliënt is deze uitspraak een geweldige opsteker in zijn principiële strijd voor regulering dan wel legalisering van de teelt van cannabis.
Raadsman Tjalling van der Goot had primair bepleit het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. De Jong dient namelijk de volksgezondheid door biologische en duurzaam te telen. Bovendien is hij open, transparant en eerlijk bezig. Op deze wijze tracht hij de discussie over het wankelmoedige cannabisbeleid en de achterdeurproblematiek aan te zwengelen. Het hof stelt echter – kortweg – dat de Opiumwet de teelt van hennep verbiedt en dat de rechter de innerlijke waarde van een wet niet mag beoordelen. Het OM heeft een grote vrijheid om te vervolgen. Het hof kan dit vervolgingsbeleid slechts marginaal toetsen. Het is het hof niet gebleken dat de vervolging van cliënt in strijd is geweest met de beginselen van een goede procesorde. Het OM mocht cliënt dus vervolgen.
Het gerechtshof heeft daarnaast overwogen dat cliënt een principieel voorvechter is van de legalisering dan wel de regulering van de teelt van hennep. Hij zag geen andere mogelijkheden dan via rechterlijke uitspraken de door hem gewenste situatie te bereiken. Het hof oordeelt dat cliënt niet te vergelijken is met zaken over de teelt van hennep die veelvuldig aan de rechter worden voorgelegd.
Het hof oordeelt vervolgens dat cliënt teelt in de open lucht, slechts gebruik maakt van het licht en de warmte van de zon en alleen biologische gewasbestrijdingsmiddelen gebruikt. Er is geen sprake van brandgevaar of diefstal van stroom. Bovendien zijn er geen contacten met het criminele circuit dat zich bezig houdt met de kweek van hennep. Het hof stelt voorts dat het aannemelijk is dat de wiet van cliënt van betere kwaliteit is dan de wiet die vanaf gebruikelijke kwekerijen aan coffeeshops worden geleverd. Het hof heeft niet de indruk dat cliënt heeft gekweekt om er rijker van te worden. Na de laatste inval in 2011 is cliënt – behoudens het telen van een hoeveelheid voor eigen gebruik – gestopt met de hennepkweek. Om deze redenen is aan cliënt geen straf opgelegd.
De verdediging is ingenomen met de uitspraak. Voor cliënt is steeds van belang geweest om met de uitspraak een signaal af te geven aan de politiek om de Opiumwet aan te passen. In de visie van cliënt is dat signaal nu afgegeven. De boodschap van het hof lijkt dat de wet de teelt van hennep weliswaar verbiedt, maar dat begrip voor de stelling en strijd van cliënt kan worden opgebracht. Om die reden wordt met cliënt op overtreding van de wet niet strafrechtelijk afgerekend.
Klik hier voor de volledige uitspraak.
Het OM had in hoger beroep geëist aan cliënt op te leggen een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke proeftijd van twee maanden met een proeftijd van drie jaren.
Over enkele maanden zal de ontnemingsvordering worden behandeld. Het OM vordert dat ruim € 500.000 aan illegaal voordeel van cliënt wordt afgeroomd. De rechtbank wees in eerste aanleg deze vordering toe tot een bedrag van ruim € 200.000.