De meervoudige kamer van de rechtbank in Leeuwarden zal op dinsdag 6 oktober a.s. om 15.00 uur een tweetal principiële zaken behandelen. Daarbij gaat het om de vraag of het openbaar ministerie een verdachte van het rijden onder invloed mag vervolgen als het CBR naar aanleiding van hetzelfde feit het rijbewijs ongeldig heeft verklaard.
Het gaat om een tweetal zaken. In beide zaken is Tjalling van der Goot de advocaat. In beide zaken verwees de politierechter de zaak naar de meervoudige kamer vanwege het principiële aspect.
De raadsman bepleitte op donderdag 25 juni jl. ten overstaan van de politierechter in Leeuwarden in een zaak tegen een 51-jarige man uit Fryslân dat het OM niet-ontvankelijk verklaard zou moeten worden. In deze zaak had het CBR direct na het feit de geldigheid van het rijbewijs geschorst. Bovendien was een (medisch) onderzoek naar de geschiktheid opgelegd. Naar aanleiding van dat onderzoek is het rijbewijs ongeldig verklaard door het CBR. Naast deze CBR-maatregelen had de officier van justitie echter een strafrechtelijk vervolging ingesteld. De vraag is of dat mag?
In mei jl. diende een soortgelijke strafzaak in Groningen. Een 42-jarige man uit Leeuwarden moest zich verantwoorden voor het rijden onder invloed van alcohol, terwijl ook bij hem door het CBR was beslist dat het rijbewijs ongeldig was verklaard.
De verdediging trekt in beide zaken een parallel met recente rechtspraak van de Hoge Raad over het alcoholslotprogramma (ASP). De Hoge Raad heeft in maart jl. geoordeeld dat indien door het CBR een ASP is opgelegd, de verdachte voor hetzelfde feit als waarvoor het ASP is opgelegd niet ook strafrechtelijk mag worden vervolgd. Doet het OM dat wel, dan is het niet-ontvankelijk in de vervolging. De Hoge Raad oordeelt dat het daarbij van belang is dat beide procedures hun oorsprong vinden in hetzelfde feit, beide procedures de verkeersveiligheid dienen en de gevolgen (beperking rijbevoegdheid en betalingsplicht) in hoge mate overeenkomen.
Volgens de raadsman hadden zijn cliënten kunnen blijven rijden als aan hen een ASP was opgelegd. Het ASP is weliswaar duur (ca. € 4.000,--) en impliceert verplichtingen om regelmatig het alcoholslot te laten uitlezen, maar de persoon kan in ieder geval van zijn rijbewijs gebruik blijven maken. Bij een ongeldig rijbewijs daarentegen is de bevoegdheid voertuigen te besturen volledig weg. Bovendien moet ook na een ongeldig verklaard rijbewijs door de betrokkene veel geld worden betaald voor medische onderzoeken om weer in aanmerking te kunnen komen voor een geldig rijbewijs.
De noordelijke rechtbank heeft inmiddels in diverse vergelijkbare zaken de behandeling aangehouden in afwachting van de principiële uitspraak van de meervoudige kamer.
Naar verwachting doet de rechtbank uitspraak op 20 oktober a.s.