De verdediging heeft hoger beroep ingesteld in de zogeheten ‘wurgmoord’-zaak Emmen. De rechtbank in Assen veroordeelde afgelopen week een 51-jarige vrouw wegens doodslag en poging tot doodslag tot een gevangenisstraf van zes jaren en tbs met dwangverpleging. De rechtbank achtte bewezen dat de vrouw haar man met een sjaal had gewurgd en dat zij had geprobeerd haar 17-jarige dochter met een sjaal te verwurgen.
Raadsman Tjalling van der Goot heeft appel ingesteld om een viertal redenen.
In de eerste plaats kan de verdediging zich niet vinden in de onderbouwing van het bewijs voor doodslag. De rechtbank acht cliënte verantwoordelijk voor het verwurgen van haar man. Volgens de deskundigen is het echter ook mogelijk dat de echtgenoot reeds was overleden als gevolg van een alcoholvergiftiging. Het NFI heeft een extreem hoog gehalte aan alcohol in hyet bloed aangetroffen. De rechtbank legt niet goed uit waarom alcoholvergiftiging niet een aannemelijke doodsoorzaak is.
Daarnaast houdt de rechtbank onvoldoende rekening met de specifieke omstandigheden van deze zaak. Zo is cliënte volgens de deskundigen sterk verminderd toerekeningsvatbaar, de op een na lichtste gradatie op de schaal van toerekenbaarheid. Bovendien heeft cliënte aangegeven de feiten te hebben begaan om samen uit het leven te stappen. Er was sprake van depressies. Cliënte wilde zichzelf ook van het leven beroven. Desondanks legt de rechtbank, zelfs in combinatie met tbs, zes jaren gevangenisstraf op. Dat is een te zware sanctie.
Ook het opleggen van de tbs-maatregel is dicutabel. Tbs kan nl. slechts worden opgelegd indien er een ernstig gevaar is dat de verdachte opnieuw een ernstig geweldsdelict zal plegen. Het door de rechtbank bewezen verklaarde feit is in de visie van de verdediging ingekleurd door – onder meer - een uiterst specifieke gezinssitutatie. Het valt niet te verwachten dat cliënte wederom in soortgelijke persoonlijke omstandigheden komt te verkeren en strafbare feiten zal plegen. Tbs is dan niet mogelijk.
Indien echter wettelijk gezien wel tbs zou kunnen worden opgelegd, heeft cliënte grote moeite met de motivering van de rechtbank waarom geen tbs met voorwaarden (de minder zware vorm van tbs) wordt opgelegd. Volgens de rechtbank kan deze niet worden opgelegd omdat tbs met voorwaarden slechts mogelijk is in combinatie met een maximum gevangenisstraf van vijf jaren. De rechtbank heeft echter zelf een gevangenisstraf opgelegd van zes jaren en met die straf dus zelf het pad naar een tbs met voorwaarden afgesloten. Tbs met dwangverpleging is een uiterst middel en moet alleen worden toegepast als geen redelijke alternatieven aanwezig zijn. Naar de mening van de verdediging in behandeling ook op een andere verantwoorde wijze dan binnen een tbs met dwangverpleging mogelijk.
De zaak zal in hoger beroep worden behandeld door het gerechtshof in Leeuwarden. Het hoger beroep dient volgens de wet binnen zes maanden.