Advocaat Wim Anker is columnist voor het tijdschrift Middelpunt. Dit blad verschijnt maandelijks huis aan huis in Midden Fryslân. Onderstaande column is in het blad gepubliceerd.
“In 1981 ben ik in de advocatuur begonnen, op een moment dat (con)frère Hans al twee jaren als zodanig werkzaam was bij het kantoor Beek aan de Willemskade in Leeuwarden.
Vanaf 1981 zijn broeder en ik begonnen om lezingen te geven over ons werk als strafrechtadvocaat.
Het doel was tweeledig:
a. Het nuanceren van de vooroordelen die in de samenleving bestaan ten aanzien van het beroep van strafpleiter. Hans en ik bemerkten een grote kloof tussen ons enthousiasme over het beroep en de daarmee (dikwijls) contrasterende visie vanuit de samenleving. Toen hebben wij gezegd: “We gaan de boer op”.
b. Het vergaren van (meer) naamsbekendheid opdat cliënten in Friesland en daarbuiten het kantoor weten te vinden. Anders dan een huisarts heeft een startende advocaat immers nul cliënten en enige naamsbekendheid is nu eenmaal een vereiste om de winkel draaiende te kunnen houden.
De eerste tientallen lezingen vonden plaats in de provincie Fryslân. Gaandeweg werd de cirkel steeds groter.
Ondergetekende geeft gemiddeld twee lezingen per week in het gehele land. Dat is letterlijk van Terneuzen (Zeeuws-Vlaanderen) tot Oosternieland (boven Delfzijl) en van Haaksbergen tot Bergen.
De lezingen worden gegeven voor een steeds wisselend publiek: commerciële clubs, vrouwenverenigingen, kerkelijke instanties, Rotary, Lions, het Nut, bedrijven als Univé en Rabobank, diverse gemeenten in den lande, basisscholen, middelbare scholen, HBO-opleidingen, diverse universiteiten etc.
In totaal hebben wij ruim drieduizend lezingen gegeven tussen 1981 en 2015. Het is dus een tikkeltje uit de hand gelopen……….
Wat de inhoud betreft spreken wij over de principiële uitgangspunten van kantoor, de ethische grenzen in ons beroep, interessante zaken uit verleden en heden, het feit dat een ieder die zich tot ons wendt slechts verdachte is (de rechter bepaalt later wel of de verdachte ook dader is), etc.
Een mooie lezing voor een klein publiek gaf ik onlangs in het kleinste Jugendstiltheater van Europa: De vier Pelikanen te Leeuwarden.
De lezing waarbij de meeste toehoorders aanwezig waren gaf ik ongeveer zes jaren geleden in het Efteling-theater te Kaatsheuvel. Het betrof een avond van de Rabobank Waalwijk en omstreken. Hans had de week daarvoor gezegd: “Dat red jij alleen wel”. Er waren twaalfhonderd mensen aanwezig en dat sta je op een zeer groot podium met alleen een katheder met daarop drie A4’tjes en een lamp boven je hoofd. Verder was er geen programma. Hoewel er zo’n avond nauwelijks interactie is met het publiek, kijk ik toch met veel genoegen op deze bijeenkomst terug. Het leverde ook nog twee nieuwe zaken op………….
Tenslotte nog dit: door ervaring wijs geworden, vragen wij voorafgaand aan de lezing altijd aan de voorzitter of er ook personen in de zaal zitten die direct of indirect zijn getroffen door een ernstig misdrijf. Voor de lezing neem ik dan contact met hen op. Ik wil zo voorkomen dat men de sfeer van de avond (negatief) beïnvloedt. Dat hebben wij namelijk in het verleden enige keren meegemaakt. Deze strategie werkt prima. De betrokkenen spreken zich voor de lezing al uit tegenover mij of zij krijgen daartoe de gelegenheid in een pauze of na afloop. Zo haal je de angel eruit en blijft de avond ook nog informatief voor alle overige aanwezigen.
Al doende leert men!
Het is een prachtige combinatie: enerzijds de dagelijkse strafpraktijk en anderzijds het grote publiek informeren en duidelijk maken dat men “morgen” zelf een advocaat nodig kan hebben of een familielid of een vriend, een kennis, een collega of een buurtbewoner!
Want zo is de praktijk.”