Het openbaar ministerie heeft ter zitting van de rechtbank in Utrecht op 9 oktober jl. geëist dat een 46-jarige inwoner van Utrecht wordt veroordeeld wegens moord op zijn echtgenote. Volgens het OM zou onze cliënt op 28 augustus 2012 in zijn woning in de wijk Hoograven in Utrecht zijn vrouw eerst hebben mishandeld met een stok en haar daarna met benzine hebben overgoten. Volgens het OM heeft onze cliënt de brandstof daarna aangestoken, waarna het slachtoffer als gevolg van de brand is overleden.
Volgens het OM is een gevangenisstraf van 15 jaren en tbs met verpleging van overheidswege geboden. Tbs is bijzonder omdat geen van de deskundigen tot een tbs-advies is gekomen. Mocht de rechtbank geen tbs willen of kunnen opleggen, is volgens de officier van justitie een celstraf van 20 jaren op zijn plaats.
Raadsman mr. Tjalling van der Goot bepleitte vrijspraak. Onze cliënt ontkent. Hoewel hij enige wisselende verklaringen heeft afgelegd, is hij altijd stellig geweest in zijn ontkening. Onze cliënt leed volgens de deskundigen destijds aan ernstige psychiatrische aandoeningen, waardoor wisselende verklaringen aannemelijk zijn. Er zijn geen getuigen. Er is geen hard bewijs. Er zijn geen vingerafdrukken op de stok aangetroffen, de bloedsporen ontlasten cliënt eveneens. Volgens het OM heeft cliënt een glazen lamp boven het bed kapot geslagen, doch op lichaam en kleding zijn geen glassplinters van deze lamp aangetroffen. De kleding vertoont geen sporen van hitte-inwerking. Op de hand en op de kleding van cliënt zijn geen sporen van een vluchtige stof geconstateerd. Er is geen motief. Om deze redenen ontbreekt bewijs.
Volgens cliënt heeft zijn vrouw zichzelf mishandeld en zichzelf nadien in brand gestoken. Uit de stukken rijst een beeld op van een vrouw die psychische problemen had en veelvuldig contact had met artsen. Volgens cliënt had zijn vrouw regelmatig 'buien' waarbij zij zichzelf mishandelde.
Klik hier voor een reportage over deze zaak op RTV Utrecht.
De rechtbank doet uitspraak op woensdag 30 oktober a.s. om 13.15 uur.