Op zondag 18 januari jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van Tjalling van der Goot uitgezonden. Klik hier om deze te beluisteren.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
“Schuld is geen onderdaan van de straf.
Afgelopen week heeft staatsecretaris Teeven een petitie aangenomen van de Vereniging van Verkeersslachtoffers. Deze vereniging wil een verbod om een werkstraf op te leggen in zaken van ernstige verkeersongelukken waarbij het slachtoffer is overleden of zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen. De bewindspersoon heeft toegezegd dat hij serieus zal kijken of de wet op dit punt kan worden aangepast.
Directe aanleiding is een strafzaak in Limburg. Een Poolse man werd veroordeeld omdat hij betrokken was bij een dodelijk verkeersongeluk. De rechtbank veroordeelde deze Poolse man en legde de man een werkstraf op. Bij de uitspraak gooide een van de nabestaanden een stoel naar de rechter. Het was duidelijk dat deze persoon het met de straf niet eens was.
De petitie én de toezegging van de staatssecretaris passen in een trend van steeds groter wordende aandacht voor het slachtoffer. Op zichzelf is hier niet veel mis mee, maar wel als dit de rechten en belangen van de verdachte beperken. En dat doet het.
In de eerste plaats ben ik van mening dat de rechter nimmer moet worden verboden een bepaalde straf op te leggen. De rechter kan dan geen maatwerk leveren. In feite is zoiets een verkapte minimumstraf.
Daar komt bij dat conform de petitie iedereen die wordt veroordeeld omdat hij betrokken is bij een dergelijk ernstig verkeersdelict, kennelijk altijd een celstraf moet ondergaan. Maar de verdachten in dit soort van zaken zijn bijna altijd mensen zoals u en ik. Heel vaak betreft het een moment van even niet goed opletten. Het overkomt ons bijna allemaal wel eens, gelukkig meestal zonder gevolgen. En al deze mensen, die geen opzet hebben gehad en die ook niet roekeloos hebben gereden, zouden dan de cel in moeten? Dat kan en mag niet de bedoeling zijn.
De aanleiding van de petitie is zelf een goed voorbeeld. De rechtbank in Limburg veroordeelde de Poolse man wel, maar oordeelde daarbij dat de man eigenlijk niet zo veel kon worden aangerekend. Zo was niet vast te stellen dat de man te hard had gereden. Het enkele feit dat er dodelijke slachtoffers waren te betreuren, maakt de verkeersfout niet groter. De fout blijft dezelfde. Waarom zou zo’n verdachte dan in de cel moeten verdwijnen?
Ik was verbaasd toen ik de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak afgelopen week bij het tv-programma Jinek hoorde zeggen dat zij graag zou zien dat – kortweg – de rechter sneller een celstraf kan opleggen. Waarom? Omdat een deel van de nabestaanden dat graag wil? Iedereen leeft natuurlijk mee met deze nabestaanden. Wat deze mensen is overkomen, is verschrikkelijk. Dat vind ook ik. Maar de uitlatingen namens de Raad voor Rechtspraak bij Jinek kwamen bij mij wat populair over.
De schuld, de zwaarte van de verkeersfout, hangt in ons land niet af van de ernst van de gevolgen. Met andere woorden, een verdachte is niet eerder schuldig als de gevolgen groter zijn. En dat is maar goed ook. Schuld moet worden bewezen. Maar als de rechter eenmaal schuld heeft vastgesteld, en daarmee dus heeft geoordeeld dat de verkeersfout groot genoeg is, dan kan de zwaarte van de gevolgen worden meegenomen in de hoogte van de straf. Er is dus nu dus al ruimte genoeg om – mocht de rechter dat nodig vinden – een gevangenisstraf op te leggen. Als het niet gaat om ongelukken met drank op of met een veel te hoge snelheid, dan is een gevangenisstraf niet de eerste straf waar men aan denkt in dit soort gevallen. Dat vindt ook u terecht als u morgen tegen wil en dank betrokken zou worden bij een dergelijk ernstig verkeersongeluk.
Ik zie werkelijk het probleem naar aanleiding waarvan de petitie is ingediend niet. Dat een deel van de nabestaanden liever geen werkstraf zien, is vanuit emotioneel opzicht nog begrijpelijk. Maar op zichzelf is dat geen argument om de wet te veranderen. Het is zuiver dat de rechter eerst bekijkt of er bewijs is en of een bestuurder schuld heeft aan een ongeluk. Pas als dat het geval is, komt de straf in beeld.
Het lijkt erop dat de petitie de vraag of er bewijs van schuld aan een ongeval in het verkeer is, onderdanig maakt aan de vraag welke straf iemand moet krijgen. Maar de straf komt gelukkig pas nadat schuld bewezen is en het is mar goed ook dat dat dat niet andersom is.”