De politierechter in Leeuwarden heeft vandaag een 42-jarige inwoner van Leeuwarden vrijgesproken van het telen van wiet. In diens woning trof de politie op 21 oktober jl. een hennepkwekerij van 35 planten aan. Volgens de rechter waren de agenten echter onrechtmatig de woning van onze cliënt binnengegaan. Er was volgens de rechter onvoldoende vermoeden dat zich in de woning van cliënt een kwekerij zou bevinden. De hulpofficier van justitie had dus geen machtiging mogen afgeven aan de agenten om zonder toestemming van cliënt de woning binnen te gaan. Door dit onrechtmatige optreden konden de resultaten van het politieonderzoek (de hennepplanten) niet voor het bewijs worden gebruikt. Er resteerde vervolgens geen wettig bewijs om tot een veroordeling te komen. De rechter volgde daarmee het pleidooi van raadsman mr. Tjalling van der Goot.
De uitspraak is opmerkelijk. De Hoge Raad heeft in 2013 geoordeeld dat na een vormverzuim in het voorbereidende onderzoek in beginsel geen ruimte is voor bewijsuitsluiting. De sanctie op onrechtmatig politieoptreden moet dan gevonden worden in – bijvoorbeeld - strafvermindering. Rechters kunnen echter moeilijk uit de voeten met deze rechtspraak van de Hoge Raad. Advocaat Van der Goot wees de rechter ter zitting op vele uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven waarin na een onrechtmatig binnentreden door de politie toch bewijsuitsluiting volgde.
In de zaak van onze cliënt had de politie informatie dat zich in een woning van een van de buren van onze cliënt een kwekerij zou bevinden. Op grond van een machtiging tot binnentreden is de politie die woning binnengegaan. Zij trof echter niets aan. Omdat een blokmeting van de energieleverancier (een meting van afgenomen stroom in een gebied van enkele tientallen huizen) aangaf dat er een piekmelding in het stroomverbruik was, duidde dat volgens de politie op een hennepkwekerij in het gebied van die blokmeting. Omdat volgens de politie onze cliënt eerder was veroordeeld voor het bezit van hennep, is vervolgens een machtiging afgegeven om de woning van onze cliënt binnen te gaan.
Volgens de rechter is het enkele feit dat cliënt eerder is veroordeeld onvoldoende om redelijkerwijs te vermoeden dat hij een hennepkwekerij bezit. De blokmeting is te algemeen om te veronderstellen dat specifiek bij cliënt een kwekerij zou zijn.
De rechtbank sprak recentelijk ook een cliënt van ons kantoor vrij nadat de politie onrechtmatig een woning was binnengegaan.
De uitspraak wordt door de verdediging omarmd. Door ons kantoor is meermalen kritiek geleverd op de rechtspraak van de Hoge Raad op dit punt. Indien ernstige fouten van de politie niet worden bestraft in de strafzaak, lijkt dat een premie voor de politie om het de volgende keer precies op deze wijze te doen. Er gaat in dat geval geen enkele preventieve werking van een gerechtelijke uitspraak meer uit. Wij hopen dat de Hoge Raad zijn rechtspraak terugdraait en weer toestaat dat na onrechtmatig overheidsoptreden de sanctie van bewijsuitsluiting wordt ingevoerd.