In de Leeuwarder Courant van 31 december jl. is een interview met mr. Hans Anker geplaatst. Hans Anker spreekt over de gevolgen van een ernstige val in december 2013. Door deze val verbrijzelde hij zijn beide enkels. “Artsen lieten het woord ‘disproportioneel’ vallen. Ankers letsel paste meer bij dat van een parachutist van wie het valscherm weigerde, vertelden ze hem.”
Nu, meer dan een jaar later, is hij weer gedeeltelijk aan het werk. Het revalidatieproces leverde hem twee belangrijke inzichten op. “Ten eerste, hij kan nog niet zonder werk. Aan stoppen dacht hij geen moment.” Maar daarnaast heeft de val het afbouwproces, het “minder hooi op de vork nemen” versneld. “Ik wil mijn agenda niet meer zo vol proppen als de laatste jaren. Dar moeten we binnen het kantoor afspraken over maken.”
“De artsen zeiden tegen me dat ik in de toekomst wel last zou krijgen op Schiphol met die detectiepoortjes. Maar op Schiphol heb ik niets te zoeken. Voor mij houdt de wereld op bij Zuid-Limburg. ‘Veel lastiger is dat ik vanwege al dat ijzerwerk geen bajes meer in kom.’ Hij lachte er om. Nu wel weer.”
“Niet dat het een verdienste van mezelf is, maar ik ben een optimistisch mens. Geen zwartkijker. Geen gejammer, gezeur en gepiep. (…) Er komen ook mensen in het ziekenhuis die andere, veel ergere berichten van de artsen krijgen, zo zie ik het.”
“De gewonde jurist beet zich vast in het revalidatieproces, zoals hij dat ook in zijn werk kon. Niet langer vormde een messcherp pleidooi, waarin hij met een reeks ragfijne volzinnen vrijspraak voor zijn cliënt afdwong zijn hoogste doel. Iets basaals als het zetten van een paar stappen, misschien later zelfs een trap beklimmen, dáár zette hij voorlopig zijn zinnen op. (…) Hij maakte rap vorderingen. Niet veel later betrad hij voor het eerst zijn werkkamer, op de eerste verdieping van het kantoor aan de Ossekop in de Friese hoofdstad. Kantoorgenoten hadden de trap ernaartoe versierd met slingers en ballonnen.”
“Rechters, bekend met de situatie, zeiden wel dat Anker ook best mocht gaan zitten, als hij dat prettiger vond. Maar dat vertikte hij. ‘Misschien ben ik eigenzinnig, maar ik vind dat een advocaat moet staan als hij pleit. Dan is hij overtuigender.”
Klik hier voor het gehele artikel.