De 37-jarige Patrick S. is in hoger beroep door het gerechtshof in Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 25 jaren en tbs. Volgens het hof is onze cliënt schuldig aan – onder meer – gekwalificeerde doodslag op Nanda Kerklaan in januari 2010, op Farida Zargar in augustus 2010 en poging tot gekwalificeerde doodslag op een Poolse man in oktober 2011. Gekwalificeerde doodslag is een verzwaarde vorm van doodslag en houdt – kortweg – in dat de doodslag is gepleegd met het doel om een ander strafbaar feit (in dit geval diefstal) gemakkelijk te maken of om ontdekking op heterdaad te voorkomen.
De uitspraak stemt in grote lijnen tot tevredenheid. Cliënt is in eerste aanleg veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Tegen dit vonnis is door hem hoger beroep ingesteld. Cliënt heeft in beroep zijn proceshouding veranderd. Zo is hij uitgebreid gaan verklaren over de feiten en heeft hij meegewerkt aan een persoonlijkheidsonderzoek door het Pieter Baan Centrum (PBC). Het PBC adviseerde om tbs op te leggen. Het hof heeft nu dit advies overgenomen.
Van groot belang is dat met de uitspraak van het hof cliënt weer een horizon heeft. Een levenslange straf daarentegen houdt in ons land daadwerkelijk een leven lang in. Cliënt zou dan geen enkel uitzicht meer hebben op terugkeer in de samenleving.
Van belang is dat het hof op verzoek van de raadslieden mrs. Tjalling van der Goot en Wim Anker een advies in de uitspraak heeft opgenomen om de tbs-behandeling eerder te doen aanvangen dan na ommekomst van de gebruikelijke twee derde van de bruto straf. Dat betekent dat cliënt niet na ruim zestien jaar geplaatst wordt in een tbs-kliniek maar reeds na ruim twaalf jaar. De verdediging ziet dit als vier jaren winst voor onze cliënt.
Cliënt heeft aangegeven – ondanks het nu uitgesproken perspectief op terugkeer in de samenleving op termijn – zeer veel moeite te hebben met de in zijn ogen onterechte veroordeling in de zaak Kerklaan. Volgens cliënt heeft niet hij maar de medeverdachte Tim S. de doodslag gepleegd en heeft cliënt slechts na het door Tim toegepaste geweld geholpen met het verplaatsen van het lichaam. Zelfs het OM gaf ter zitting toe dat er minst genomen twee personen betrokken zouden moeten zijn geweest. Tim S. is echter in eerste aanleg van dit feit vrijgesproken en het OM is tegen deze vrijspraak niet in beroep gekomen. Het hof acht het aannemelijk dat cliënt ter plaatse met een andere man aanwezig was, maar oordeelt dat wettig en overtuigend bewijs hiervoor ontbreekt.
De verdediging kan zich bovendien niet vinden in de motivering van de gekwalificeerde doodslag. Kort gezegd moet het hof bij gekwalificeerde doodslag bewijzen dat de doodslag is gepleegd om de roof gemakkelijk te maken. Er moet dus een direct verband tussen een diefstal en de doodslag zijn. In de zaak Kerklaan is überhaupt de vraag of er spul is gestolen. Het bewijs hiervoor is erg mager. Bovendien heeft het hof zowel in de zaak Kerklaan als in de zaak Zargar niet duidelijk gemaakt waarom bewezen is dat cliënt in de visie van het hof de doodslag heeft gepleegd om roof te realiseren. Er zit een gapend gat tussen de maximum gevangenisstraffen op gekwalificeerde doodslag (max. levenslang) en een kale doodslag (max. 15 jaren). Om die reden heeft de verdediging bepleit dat op het hof de plicht rust om het bewijs van gekwalificeerde doodslag in het bijzonder te motiveren. Naar de mening van de raadslieden is het hof in dit bewijs niet geslaagd. Toch is cliënt voor gekwalificeerde doodslag veroordeeld.
Ondanks deze kritische kanttekeningen die bij het arrest kunnen worden geplaatst, overheerst thans tevredenheid over de opgelegde tijdelijke gevangenisstraf in combinatie met een behandeling in het kader van tbs.
De verdediging beraadt zich op het instellen van cassatie. De termijn hiervoor is veertien dagen.