De politierechter in Leeuwarden heeft op maandag 1 december jl. een 25-jarige inwoner van Terschelling vrijgesproken van het rijden onder invloed. Volgens de rechter waren de agenten onrechtmatig de woning van onze cliënt binnengegaan. Door dit onrechtmatige optreden konden de resultaten van het politieonderzoek (aanhouding, ademanalyse) niet voor het bewijs worden gebruikt. De rechter volgde daarmee het pleidooi van raadsman mr. Tjalling van der Goot.
De uitspraak is opmerkelijk. De Hoge Raad heeft in 2013 geoordeeld dat na een vormverzuim in het voorbereidende onderzoek in beginsel geen ruimte is voor bewijsuitsluiting. De sanctie op onrechtmatig politieoptreden wordt dan gevonden in strafvermindering. Rechters kunnen echter moeilijk uit de voeten met deze rechtspraak van de Hoge Raad. Advocaat Van der Goot wees de rechter ter zitting op vele uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven waarin na een onrechtmatig binnentreden door de politie toch bewijsuitsluiting (en vrijspraak) volgde.
In de zaak van onze cliënt constateerde de politie op Terschelling in juni 2012 dat cliënt hinderlijk met een auto reed. De politie volgde cliënt naar diens woning. Nadat door onze cliënt de auto in een inpandige garage was geplaatst en hij op de knop van de automatische garagedeur had gedrukt om deze te sluiten, was hij naar de aangrenzende keuken gelopen. De politie was buiten inmiddels ook ter plaatse gekomen en liep door de nog net niet gesloten garagedeur de woning binnen. De politie stelde via de garage ook in de keuken te zijn geweest en cliënt daarna in de garage te hebben aangehouden met fysiek geweld.
Volgens de rechter is de garage onderdeel van een woning. In een woning mag de politie niet zonder toestemming van een hogere functionaris naar binnen. Die machtiging ontbrak. De rechter gaf in haar uitspraak aan dat het huisrecht een belangrijk beginsel is. Dit fundament is ernstig geschonden, temeer nu de verdachte in diens woning is beetgepakt en is aangehouden. Alle uit dit onrechtmatige optreden van de politie voortvloeiende resultaten zijn door de rechter uitgesloten van het bewijs. Indien het resultaat van de ademanalyse niet mag meetellen, resteerde niets om tot het bewijs van het rijden onder invloed te komen. Cliënt werd om die reden van het rijden onder invloed vrijgesproken. Hij kreeg wel een boete van € 450 voor hinderlijk rijgedrag.
De uitspraak wordt door de verdediging omarmd. Door ons kantoor is meermalen kritiek geleverd op de rechtspraak van de Hoge Raad op dit punt. Klik hier en klik hier voor enkele publicaties hierover. Indien ernstige fouten van de politie niet worden bestraft in de strafzaak, lijkt dat een premie voor de politie om het de volgende keer precies op deze wijze te doen. Er gaat in dat geval geen enkele preventieve werking van een gerechtelijke uitsprak uit. Wij hopen dat de Hoge Raad zijn rechtspraak terugdraait en na onrechtmatig overheidsoptreden weer de sanctie van bewijsuitsluiting toestaat.