Een 26-jarige man heeft jarenlang ten onrechte verbleven in een tbs-kliniek. Rechters en officieren van justitie hebben al die tijd kennelijk over het hoofd gezien dat voor de delicten waarvoor onze cliënt werd veroordeeld geen tbs opgelegd kon worden. Raadsman mr. Wim Anker noemt het veroordelende vonnis uit 2005 en de diverse verlengingen van de tbs “repeterende dwalingen”.
Onze cliënt is in 2005 door de rechtbank in Almelo veroordeeld wegens eenvoudige mishandeling van een jongen en van een man tot een gevangenisstraf van vier maanden en tbs met dwangverpleging. De tbs is in 2008 en in 2010 door dezelfde rechtbank telkens met twee jaren verlengd. De wet regelt dat tbs slechts kan worden opgelegd indien op het feit vier jaren of meer is gesteld. Op eenvoudige mishandeling staat een maximum gevangenisstraf van drie jaren; ten tijde van de feiten was het strafmaximum twee jaren. Voor dergelijke feiten is tbs dus niet toegestaan. “Blijkbaar is de tbs van cliënt een hamerstuk geweest. Het gaat niet om een eenmalige fout, maar om een voortgezette misslag. Dat maakt het zeer uitzonderlijk. Het is opzienbarend. Een rechterlijke dwaling in het kwadraat”, aldus Wim Anker.
Recent nam Anker de verdediging van deze tbs-gestelde over. In het hoger beroep tegen de laatste verlengingsbeslissing van de rechtbank Almelo oordeelde het gerechtshof in Arnhem dat er geen wettelijke basis voor de tbs is. Om die reden heeft het hof de vordering van het OM om de tbs te verlengen afgewezen. Cliënt verblijft thans niet meer in een tbs-instelling.
De verdediging bereidt een schadeclaim voor.