Op zondag 28 april jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van mr. Tjalling van der Goot op de radio uitgezonden.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
"Wet Herziening ten nadele herzien!
Twee weken geleden is het wetsvoorstel Herziening ten nadele door de Eerste Kamer aangenomen. Met de meest krappe meerderheid, maar toch. Daarmee gaat een wet in werking treden, die het mogelijk maakt dat verdachten die onherroepelijk zijn vrijgesproken later alsnog kunnen worden vervolgd. Het moet dan wel gaan om de zwaarste misdrijven. Als bijvoorbeeld sprake is van nieuw bewijsmateriaal, kan de vrijspraak nadien dus alsnog over de kop.
De aanvaarding van het wetsvoorstel heeft niet mijn steun. Ik vind de wet onzorgvuldig, ondoordacht en fundamenteel onjuist. Waarom?
In de eerste plaats is op deze wijze een vrijspraak nooit definitief. Het zet bovendien aan tot mogelijk voortdurende opsporing door politie en/of privérechercheurs. Nabestaanden en de gewezen verdachte zullen nooit de nodige rust hebben, het proces wordt nooit echt afgesloten.
Daarnaast is er een risico dat politie en justitie minder zorgvuldig onderzoek zullen doen. Een vrijspraak als gevolg van het gebrek aan wettig bewijs kan immers nadien worden hersteld.
Voorts meen ik dat de wet trekken heeft van symboolwetgeving. Mij zijn namelijk geen concrete zaken bekend waarin herziening ten nadele van de vrijgesprokene alsnog een veroordeling had kunnen opleveren.
Tot slot is van belang dat de wet de toekomstige verdachte in een onmogelijke procespositie plaatst. Want hoe moet de persoon zich verdedigen tegen bewijs dat twintig jaar na het delict waarvan hij destijds is vrijgesproken, is vergaard. Kunnen getuigen bijvoorbeeld nog zijn alibi ondersteunen? Die getuigen weten na zoveel jaren toch nooit meer precies wat er gebeurd is? Hoe kan hij een alternatief geven voor zijn dna dat op de plaats delict is aangetroffen?
Hoe dan ook, ondanks de kritiek wordt het wetsvoorstel wet. Een vrijspraak kan jaren later dus worden teruggedraaid. En flinke klap in het gezicht van de rechtsstaat. Een rechtsstaat waarin vertrouwen in het recht en in gerechtelijke uitspraken buitengewoon belangrijk is.
De wet is echter koud aangenomen of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens lijkt er alweer een stokje voor te steken. Afgelopen week oordeelden de Straatsburgse rechters namelijk dat vingerafdrukken en dna van vrijgesprokenen niet bewaard mogen blijven. En bij de Wet Herziening ten nadele is juist dat lichaamsmateriaal van de gewezen verdachte essentieel om sporen te vergelijken. Volgens het Europese Hof evenwel is blijvende opslag buitenproportioneel en in strijd met het recht op privacy.
Met deze uitspraak ontvalt in mijn visie het belangrijkste argument om de wet in te voeren. Dna en andersoortig biologisch materiaal namelijk speelt een steeds grotere rol in strafzaken. Onderzoek aan dergelijk materiaal is steeds beter uit te voeren. Maar als er geen dna van vrijgesproken verdachten opgeslagen mag blijven, dan kan het dna-spoor dat gevonden is op de plaats van het misdrijf daarmee ook niet worden vergeleken. Bewijstechnisch is nieuw dna-onderzoek vrijwel waardeloos als het dna van de vrijgesproken persoon niet in het vergelijkingsonderzoek kan worden betrokken.
Het ziet er dus naar uit dat het Europese recht de principiële bezwaren tegen de wet een handje heeft geholpen. Om pure symboolwetgeving te voorkomen en om geloofwaardig te blijven als wetgever, is er alle reden om van invoering van de Wet herziening ten nadele af te zien.
In het belang van de rechtsstaat en in het belang van het vertrouwen in gerechtelijke beslissingen zou dat laatste een goede zaak zijn."