Op 5 juni jl. diende de tweede zitting in hoger beroep in de zaak van het dodelijk verkeersongeval op 11 maart 2011. Op die dag is een 41-jarige inwoner van die stad met diens auto in aanraking gekomen met een tweetal fietsers. Daarbij is de 56-jarige Eeuwke Reitsma om het leven gekomen. Diens 16-jarige dochter raakte gewond.
Het gerechtshof in Leeuwarden had bij tussenbeslissing van 20 februari nader onderzoek gelast naar de omstandigheden waaronder het verkeersongeval heeft plaatsgevonden. In de tussenliggende periode heeft de politie nader onderzoek gedaan naar het tijdsverschil tussen de tijd aangegeven op de camerabeelden en de tijd op de klok van de meldkamer van de politie. Tevens is door de raadsheer commissaris nog een getuige van het ongeval nader gehoord.
Aan de hand van de diverse bewakingsbeelden is destijds door het KLPD de snelheid van de auto van cliënt bepaald. Deze snelheid zou aanzienlijk hoger liggen dan de ter plaatse toegestane snelheid van 30 km/h. Onze cliënt geeft aan ca. 50 km/h te hebben gereden en betwist de bestuurder te zijn van de auto die op de beelden is te zien en waarvan de snelheid is gemeten.
De verdediging is van mening dat het nader onderzoek alleen maar meer vragen heeft opgeroepen omtrent het uitgevoerde onderzoek naar de snelheid. Dit onderzoek zou om die reden niet gebruikt mogen worden voor het vaststellen van de snelheid van de auto van cliënt. De nader recent getuige heeft in zijn tweede verklaring in de visie van de verdediging op essentiële punten wezenlijk anders verklaard dan in zijn eerste verklaring bij de politie. De verdediging acht om die reden deze verklaring ook niet bruikbaar voor het bewijs.
Het OM heeft ter zitting wederom wegens doodslag en poging doodslag een gevangenisstraf van zes jaar en een rij-ontzegging van vijf jaar geëist. Raadsman Evert van der Meer heeft vrijspraak van doodslag en poging doodslag bepleit. Opzet op de dood kan niet bewezen worden. Ook is vrijspraak van de zwaarste vorm van schuld, te weten roekeloosheid bepleit. Wel is in zijn visie sprake van een minder zware variant van schuld.
Het hof zal uitspraak doen op 19 juni a.s. om 13.30 uur.