Cliënt heeft steeds aangegeven te hebben gehandeld in een roes, waas en in een opwelling. Bovendien stelt hij zich van het gewelddadige incident niets meer te kunnen herinneren. Raadsman mr. Tjalling van der Goot stelde vraagtekens bij de conclusies van de gedragsdeskundigen, die na onderzoek stellen dat het niet aannemelijk is dat cliënt in een waas heeft gehandeld en dat hij zich niet meer herinnert. Om die reden zou primair vrijspraak moeten volgen omdat opzet niet bewezen kan worden. Voor het geval de rechtbank tot een veroordeling zou kunnen komen, is vrijspraak bepleit van moord nu de voorbedachte rade niet kan worden bewezen. Voor doodslag bepleitte de advocaat een gevangenisstraf van zes jaren op te leggen.
Klik hier om het item hierover op RTV Oost te bekijken.
De rechtbank doet uitspraak op donderdag 1 april a.s. om 13.30 uur.