Onze cliënt werd verdacht van handel in hennep. Daarvoor had de officier van justitie gevorderd een gevangenisstraf van twaalf maanden waarvan negen maanden voorwaardelijk. Daarnaast zou cliënt een werkstraf van 240 uren moeten verrichten. Al het in beslag genomen geld, dat gevonden was in en nabij de auto van cliënt ten tijde van de aanhouding, zou volgens het OM verbeurd moeten worden verklaard. Cliënt had erkend vijfmaal een hoeveelheid hennep te hebben verkocht. De gemidelde winst op het totaal zou volgens hem nog geen vierduizend euro hebben bedragen. Volgens de verdediging zou een straf gelijk aan het vooraarest afdoende moeten zijn. De rechtbank heeft de verdediging gevolgd en cliënt (slechts) een gevangenisstraf van drie maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Cliënt heeft in de zomer van 2009 dit voorarrest reeds ondergaan. Het in beslag genomen geld moet aan cliënt worden teruggegeven.
Raadsman mr. Tjalling van der Goot is raadsman in deze zaak.