Op zondag 10 juni jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van Tjalling van der Goot op de radio uitgezonden.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
`Deze week verscheen in het nieuws een bericht dat de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad een verzoek had ingediend om een vonnis van de rechtbank te Breda uit 1983 te herzien. Drie mannen en drie vrouwen kregen destijds van de rechtbank een gevangenisstraf in verband met de dood van een vrouw in een Chinees restaurant in Breda. De veroordeling was gebaseerd op bekentenissen van de vrouwen. De mannen hebben altijd ontkend.
Een raar verhaal. Natuurlijk is een verzoek aan de Hoge Raad om te bepalen dat de zaak opnieuw wordt onderzocht slechts een verzoek. Er is immers nog geen rechter die heeft geoordeeld dat de veroordeling uit 1983 daadwerkelijk onterecht was. Maar zo’n verzoek wordt niet zomaar gedaan. Een rechtspsycholoog heeft met een heel team van deskundigen onderzoek gedaan en vastgesteld dat de veroordeling onterecht zou zijn. De bekentenissen zouden onder druk zijn afgelegd. Nieuw opsporingsonderzoek nadien door de politie leverde niets op dat tegen de veroordeelden kon worden gebruikt. Sterker nog, er zou bloed zijn gevonden op de plaats van het misdrijf dat niet afkomstig was van een van de veroordeelden.
Het lijkt er dus op dat destijds, bijna 30 jaar terug, zes mensen voor niks jarenlang in de gevangenis hebben gezeten. Een trieste constatering.
Het is voor het eerst dat het Openbaar Ministerie een dergelijk verzoek om herziening indient. Het is ook voor het eerst dat een verzoek zes veroordeelden betreft. In alle opzichten dus een unieke kwestie.
Mocht het zo zijn dat onschuldigen hebben vastgezeten, dan past deze veroordeling in de rij van de Twee van Putten, de Schiedammerparkmoord, Lucia de B. en recentelijk Ina Post. Als deze mensen hebben jarenlang vastgezeten voor niks. Soms zelfs nadat de zelf tegen de politie hebben verklaard de dader te zijn geweest. Ook een mens maakt, zo blijkt, rare sprongen in het nauw.
Onschuldig vastzitten is verschrikkelijk. Onschuldig worden veroordeeld is zo mogelijk nog erger. Voor de buitenwereld staat daarmee immers vast dat de man of vrouw het feit ook echt heeft gepleegd. Niet alleen erg voor de veroordeelde, maar ook voor zijn familie. Het leven van dergelijke mensen ligt compleet overhoop. Er volgt ontslag, relaties worden verbroken, nieuwe relaties kunnen niet worden aangeknoopt en kleine opgroeiende kinderen ziet hij of zij niet of veel minder. De vrijheid is voorbij zonder dat de veroordeelde iets verkeerd heeft gedaan. Het enige dat een rechter heeft geoordeeld dat hij of zij de dader is.
De pijn, het leed is niet meer goed te maken. Ook niet met veel geld. In veel gevallen is de toekomst compleet weggeslagen en wordt het leven elke dag weer beïnvloed door deze veroordeling.
Ik hoop dat fouten zoals in het verleden en mogelijk in de zaak van Breda reden is om het oude adagium ‘bij twijfel vrijspreken’ af te stoffen en weer nieuw leven in te blazen. Bij een veroordeling mag er geen enkele twijfel overblijven bij een rechter. Bij twijfel nooit inhalen. Dat past bij een rechtstaat zoals wij die hebben. Zo voorkomt men dubieuze uitspraken waarvan later blijkt dat de rechter ernaast heeft gezeten. Met alle gevolgen van dien.
Het is beter om tien schuldigen vrij rond te laten lopen, dan om één onschuldige te veroordelen. U zult deze onschuldige maar zijn.`