Het gerechtshof in Leeuwarden heeft vandaag 20 jaren gevangenisstraf opgelegd aan de 44-jarige Kasper B. Het hof heeft bewezen verklaard dat cliënt zich schuldig heeft gemaakt aan moord op zijn ex-vrouw Hilly Rogaar op 5 november 2015 in haar woning in Veendam. Eerder had de rechtbank dezelfde straf opgelegd. Tegen het vonnis had raadsman Tjalling van der Goot namens zijn cliënt hoger beroep ingesteld.
Klik hier voor de uitspraak van het gerechtshof.
Cliënt en diens ex-vrouw hadden diverse problemen in de nasleep van de echtscheiding. Cliënt heeft in de bewuste nacht de beslissing genomen om naar de woning van zijn ex te gaan. Volgens eigen zeggen wilde hij haar laten weten dat zij niet onoverwinnelijk was, wilde hij haar een hak zetten. Cliënt stelt niet de bedoeling te hebben gehad om haar van het leven te beroven. Cliënt had vanuit zijn eigen huis ether meegenomen. Daarmee heeft hij haar in haar slaapkamer bedwelmd. Vervolgens heeft hij een kussen op haar hoofd gelegd om te voorkomen dat zij lawaai zou maken waardoor kinderen wakker konden worden. Volgens cliënt heeft hij het kussen niet aangedrukt.
Het gerechtshof oordeelt dat sprake is geweest van opzet op de dood. “Bij gebrek aan een duidelijke verklaring van verdachte kan het houden van het vaatdoekje met ether voor de mond van [slachtoffer] onder de gegeven omstandigheden naar het oordeel van het hof maar één doel hebben gediend, namelijk het bedwelmen van die [slachtoffer]. Het hof stelt vast dat het enkel bedwelmen van iemand met ether niet tegemoet komt aan het doel van handelen zoals door verdachte aangegeven, namelijk dat "het moet stoppen" en “wraak willen nemen”. Een en ander heeft dan immers alleen zin als verdachtes activiteiten door [slachtoffer] bemerkt zouden worden. Daarvan is bij de thans vastgestelde wijze van opereren van verdachte geen sprake. De verklaring van verdachte dat hij vervolgens in een opwelling het kussen op het gezicht van [slachtoffer] heeft gelegd om te voorkomen dat zij lawaai zou maken acht het hof niet geloofwaardig, nu verdachte zelf heeft verklaard dat [slachtoffer] ten gevolge van de bedwelming met de ether rustig werd, zich niet verzette en bovendien "murmelde" als een dronken persoon. Gelet op het door verdachte geformuleerde doel van zijn handelen die avond dient naar het oordeel van het hof de vervolghandeling van het op het gezicht leggen van het kussen geduid te worden als een middel om haar, na de bedwelming, vervolgens de adem te ontnemen, zodanig dat dit haar dood zou worden. Het hof acht zich in dit oordeel gesteund door de eerder genoemde zoekgeschiedenis op bij verdachte in gebruik zijnde computers en telefoon alsmede zijn uitlatingen over de door hem gewenste dood van zijn ex-vrouw.”
Ook is volgens het hof sprake van voorbedachte rade. In de visie van de raadsheren heeft cliënt “goed georganiseerd en planmatig opgetreden”. Daardoor heeft hij gelegenheid gehad om over de gevolgen van zijn daad na te denken.
De verdediging is teleurgesteld in de uitspraak, met name omdat cliënt stelt weliswaar zeer laakbaar te hebben gehandeld maar niet met voorbedachten raad zijn ex te hebben gedood. Bovendien wordt het betuigen van spijt door cliënt door het hof niet serieus genomen.
De verdediging heeft veertien dagen de tijd om zo nodig beroep in cassatie in te stellen. De verdediging zal zich beraden of van deze mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt.