Het openbaar ministerie heeft vandaag in de moordzaak tegen de 44-jarige Kasper B. uit Veendam bij het gerechtshof in Leeuwarden een gevangenisstraf van twintig jaar geëist. Volgens het OM is te bewijzen dat hij op 5 november 2015 in Veendam met voorbedachten rade zijn ex-vrouw Hilly Rogaar om het leven heeft gebracht. In eerste aanleg had het OM negentien jaar cel geëist, de rechtbank legde toen twintig jaar op. Tegen het vonnis is door de verdediging hoger beroep ingesteld.
Cliënt is in die bewuste nacht vanuit zijn woning naar de woning van zijn ex-vrouw gegaan. Volgens het OM is vast te stellen dat onze cliënt zijn ex-vrouw in haar slaapkamer eerst heeft bedwelmd met ether en daarna haar luchtweg heeft afgesloten door een kussen in haar gezicht te drukken.
Volgens raadsman Tjalling van der Goot heeft cliënt zich nooit gerealiseerd dat zijn handelen tot de dood kon leiden. Cliënt verkeerde in een vechtscheiding en wilde die bewuste nacht zijn ex-vrouw een hak zetten. Welke bedoelingen hij precies had, stelt cliënt niet te weten. Cliënt betwist ten stelligste dat hij de bedoeling had om zijn ex van het leven te beroven. Voor het bewijs van opzet op de dood zal bewezen moeten worden dat cliënt een aanmerkelijke risico op het overlijden welbewust heeft aanvaard. Die bewuste aanvaarding blijkt niet.
De raadsman bepleitte ook vrijspraak van moord omdat geen sprake is van voorbedachte raad. Er zijn geen bewijsmiddelen waaruit blijkt dat cliënt een plan heeft opgevat om zijn ex om het leven te brengen. Ook blijkt niet van momenten dat cliënt heeft kunnen nadenken over de gevolgen van zijn daad.
Indien het feit wel bewezen zou kunnen worden stelde de verdediging dat een substantieel lagere straf passend is.
Het hof doet uitspraak op donderdag 7 februari a.s. om 13.30 uur