De nieuwssite It Nijs heeft recent (20-10-18) op haar website een Friestalige column van Tjalling van der Goot gepubliceerd.
Hieronder volgt de Nederlandse vertaling.
“Eenieder heeft recht op verdediging!
Recent was ik weer even terug in de tijd: een déja vu.Dat kwam door de zogenaamde “blokkeerfriezen”. In die zaak ben ik advocaat van 33 verdachten. Hun wordt verweten dat zij in 2017 de snelweg A7 hebben geblokkeerd om een aantal bussen met demonstranten tegen Zwarte Piet tegen te houden. De demonstranten wilden actievoeren in Dokkum waar die dag Sinterklaas werd ingehaald.
Niet vaak krijg ik zo veel reacties naar aanleiding van de verdediging in een strafzaak als in de blokkeerzaak. Alleen de bijstand aan Robert M. in de Amsterdamse zedenzaak maakte ook zo veel los. In die zaak waren kwetsbare kleine kinderen betrokken en had de verdachte bekend. Wij konden bij het aannemen van de zaak al uittekenen dat de emoties hoog zouden oplopen.
Ook in de blokkeerzaak was wel te verwachten dat voor- en tegenstanders van Zwarte Piet zich zouden gaan uiten. En dat terwijl de strafzaak helemaal niet over Zwarte Piet ging maar over het verhinderen van het recht om te demonstreren en over het stilzetten van het verkeer op een rijksweg. Over de vraag dus of er een strafbaar feit is gepleegd. Nu de eis en het pleidooi achter ons liggen, kan ik een kleine balans opmaken: honderden e-mails, brieven en telefoontjes kregen wij op kantoor. En ook op sociale media zoals Twitter en Facebook ging het helemaal los. Kortom, de zaak heeft het nodige losgemaakt.
De reden van dit stuk is fundamenteel. De meeste reacties die wij kregen waren van supporters van onze cliënten, van mensen die ons succes toewensten enzovoort. Er zijn echter ook mensen geweest die zich hebben verbaasd dat een kantoor als Anker & Anker dergelijke verdachten wil verdedigen. Zo maakte een persoon op Facebook de opmerking: “Teleurstellend ook, dat dit gerenommeerde kantoor dit soort lieden verdedigt.” Het goede nieuws is dat dit bericht geen gescheld of belediging inhoudt. Dat zien wij wel eens anders. Maar de opmerking op Facebook geeft blijk van het missen van kennis over de basis van onze rechtstaat. Waarom?
Eenieder heeft recht op verdediging tegen verwijten van politie en het Openbaar Ministerie (OM). Er moet tegengas worden gegeven door een verdachte, anders loopt het OM over hem heen. Een eerlijk proces is een proces waarin de verdachte al zijn rechten kan gebruiken. Een advocaat helpt hem daarbij. Zo kunnen verzoeken aan de rechter worden gedaan; er kunnen getuigen of deskundigen worden gehoord; de advocaat kan stukken aan het dossier laten toevoegen. De officier van justitie eist; de advocaat pleit in het voordeel van de verdachte. Allemaal om de symbolische weegschaal van Vrouwe Justitia in evenwicht te houden. De rechter bepaalt daarna de uitspraak. Voor een evenwichtige uitspraak is dus een stevig verweer van de verdediging nodig. De rechter moet worden gedwongen om goed na te denken. Ik zeg wel eens: “Wij moeten het de rechter zo moeilijk mogelijk maken. Als het OM een goed verhaal heeft en de advocaat een goed pleidooi, dan komt de rechter tot het beste vonnis.”
Een misverstand is dat de advocaat persoonlijk achter de handelingen van zijn cliënt moet staan. Dat kan, maar dat hoeft helemaal niet. De eigen mening van een advocaat doet er namelijk niet toe. Het gaat niet om de vraag of ik als raadsman zelf ook zou handelen zoals een cliënt heeft gehandeld; het gaat om het effectueren van de rechten die elke verdachte heeft en het in de gaten houden dat een proces eerlijk verloopt. Anders zou immers geen enkele advocaat een verdachte in een moordzaak of een ernstige zedenzaak meer kunnen bijstaan, ervan uitgaande dat niemand het rechtvaardig acht dat iemand een ander vermoordt of seksueel misbruikt.
De blokkerzaak levert dan toch voor veel mensen wat nieuws op. Eenieder heeft recht op verdediging, ongeacht het verwijt en ongeacht de persoon van de verdachte. Wij trekken geen grens. Iedere verdachte is welkom. Dat kan om een verdachte van het rijden onder invloed gaan; het kan ook een verdachte in een moordzaak zijn, of om een man die verdacht wordt van ernstige zedenfeiten, of om een vrouw die gefraudeerd heeft. Iedereen betekent dus werkelijk iedereen.
Dat principe houdt ook in dat wij als kantoor mensen helpen die door een deel van de samenleving al zijn veroordeeld, die buitengesloten worden of die bedreigd worden naar aanleiding van het verwijt dat hun gemaakt wordt. Denk daarbij aan extreemrechtse politici, aan een man als Robert M. die werd verdacht van het seksueel misbruiken van tientallen kleine kinderen. Daartegenover staat de bijstand aan mensen voor wie de handen wel op elkaar kunnen worden gekregen zoals de principiële biologische hennepboer Doede de Jong uit Appelscha. Populair of impopulair; wij maken geen selectie op basis daarvan. Als strafpleiter moet je een rechte rug hebben en niet buigen voor de publieke opinie. Daarom is het beroep van strafadvocaat ook zo essentieel in een strafproces.
Het zet de eerdergenoemde opmerking dat het teleurstellend is dat wij als kantoor mensen in de blokkadezaak bijstaan in een ander daglicht. Natuurlijk hebben alle verdachten in de blokkeerzaak recht op juridische hulp. Op goede, adequate en gespecialiseerde rechtshulp. Júist die mensen, zou ik zelfs willen beweren. Het OM heeft namelijk hoog en zwaar ingezet, met een publiciteitscampagne voorafgaande aan de zitting om de publieke opinie te beïnvloeden en met hoge strafeisen. Doen de verdachten niets, dan komt er geen evenwicht en dus ook geen goed vonnis. Dat principe staat altijd los van de persoonlijke mening van een advocaat. Die zult u van mij in geen enkele zaak horen.
Een aantal jaren geleden hebben wij op kantoor meegewerkt aan een documentaire over de verdediging van Robert M. De docu had als ondertitel: “Eenieder heeft recht op verdediging.” Dat recht staat in de grondwet. Maar niet iedereen is hiervan op de hoogte. De boodschap van die documentaire heeft – zo blijkt maar weer eens – nog niets aan actualiteit ingeboet."