Moet de principiële biologische wiettteler Doede de Jong uit Appelscha illegaal verdiend geld terugbetalen aan de Staat? Volgens het openbaar ministerie heeft hij met wietteelt in 2009 € 482.901,79 verdiend. Volgens de verdediging is in het geheel geen voordeel behaald en zou de vordering moeten worden afgewezen. Op 7 augustus jl. werd de vordering behandeld door het gerechtshof in Leeuwarden. Het hof had eerder al gelast dat de verdediging en het Openbaar Ministerie huns standpunten schriftelijk aan het hof zouden toezenden.
In 2015 verklaarde het hof cliënt schuldig aan het kweken van hennep in 2009 en 2010. Het hof legde echter geen straf op. Het hof overwoog dat cliënt een principieel voorvechter is van de legalisering dan wel de regulering van de teelt van hennep. Hij zag geen andere mogelijkheden dan via rechterlijke uitspraken de door hem gewenste situatie te bereiken. Het hof oordeelde dat cliënt niet te vergelijken is met zaken over de teelt van hennep die veelvuldig aan de rechter worden voorgelegd. Voorts teelde hij in de open lucht, maakte slechts gebruik van het licht en de warmte van de zon en gebruikte alleen biologische gewasbestrijdingsmiddelen. Er was geen sprake van brandgevaar of diefstal van stroom. Bovendien waren er geen contacten met het criminele circuit dat zich bezig houdt met de kweek van hennep. Het hof stelde bovendien dat het aannemelijk is dat de wiet van cliënt van betere kwaliteit was dan de wiet die vanaf gebruikelijke kwekerijen aan coffeeshops worden geleverd. Markant is dat het hof destijds in de uitspraak overwoog niet de indruk te hebben verkregen dat cliënt heeft gekweekt om er zelf rijker van te worden.
Cliënt had in 2010 enkele buitenplanten en planten onder een met plastic overkapte ruimte. Het OM ziet deze ruimte als binnenteelt. De ruimte kon echter nauwelijks worden verwarmd, er was geen isolatie. Ten tijde van de inval in 2010 was de temperatuur 9 graden. De berekening van het voordeel heeft betrekking op planten uit 2009. Cliënt stelt dat de oogst in 2009 als gevolg van – onder meer – spint (een infectie van mijten op planten) vrijwel geheel is mislukt.
Volgens raadsman Tjalling van der Goot is de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel slecht onderbouwd. Zo wordt bij het berekening van het voordeel uitgegaan van meerdere oogsten per jaar, terwijl cliënt slechts gebruik maakt van de zon als lichtbron en op die wijze maximaal één oogst per jaar mogelijk is. In het onderzoek is voorts geen enkele rekening gehouden met het feit dat feitelijk sprake was van buitenteelt en dat de opbrengsten bij buitenteelt aanzienlijk lager zijn. Ook het feit dat cliënt op biologische wijze kweekte, genereert een lagere opbrengst. Deze biologische omstandigheden zijn ook niet meegenomen in het onderzoek. Op foto’s van de in beslag genomen planten op 19 oktober 2010 is – als deze verglijkbaar zijn met de planten in 2009 – zichtbaar dat de planten niet in goede staat verkeerden.
Het hof doet uitspraak op dinsdag 21 augustus a.s. om 13.30 uur.