In een noot onder een in het vaktijdschrift Nieuwsbrief Strafrecht (aflevering 3) gepubliceerde uitspraak van de Hoge Raad van 23 januari jl. stelt Jan Boksem dat uit de Europese rechtspraak lijkt te volgen dat elke verdachte het recht heeft voorafgaande aan het verhoor een eigen advocaat te kiezen. In een zaak die diende bij de Hoge Raad had de verdachte genoegen moeten nemen met een piketadvocaat die hij niet kende. Een piketadvocaat is een advocaat die ‘dienst’ heeft en op afroep geacht wordt aangehouden verdachten op het politiebureau te bezoeken, voorafgaande aan het verhoor door de politie en zo nodig bij te staan bij het politieverhoor.
De Hoge Raad gaat niet in op de vraag of het onthouden van de mogelijkheid aan de verdachte om zich door een raadsman van eigen keuze te laten bijstaan in de fase vlak na de aanhouding een vormverzuim is in het voorbereidende onderzoek. Indien sprake is van een vormverzuim kan de rechter hieraan gevolgen verbinden. In deze concrete zaak oordeelde de Hoge Raad dat het ‘vormverzuimverweer’ dat door de verdediging was gevoerd niet voldeed aan de daartoe te stellen eisen. Zo moet de advocaat die stelt dat sprake is van een vormverzuim en daaraan gevolgen wil verbinden (bijvoorbeeld bewijsuitsluiting of strafvermindering) het verweer degelijk te onderbouwen. De verdediging had echter niets aangevoerd over het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het daardoor veroorzaakte nadeel. Om die reden kon het gerechtshof het gevoerde verweer alleen maar verwerpen.
Jammer is dat de Hoge Raad daarmee onduidelijkheid heeft laten bestaan of überhaupt sprake is van een vormverzuim indien de verdachte wel contact heeft gehad met een piketadvocaat maar niet met de advocaat die hij wenst.
Boksem verwijst naar het advies in deze zaak van de advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Volgens haar is wel sprake van een vormverzuim. In haar visie volgt uit Europese rechtspraak dat de verdachte recht heeft op vrije advocaatkeuze en geen genoegen hoeft te nemen met een piketadvocaat. Dat verzuim hoeft echter niet altijd gevolgen te hebben als de procedure in haar geheel wel eerlijk is geweest. Dat sluit aan bij de rechtspraak van de Hoge Raad waarin van de verdediging wordt verlangd aan te geven dat en welk nadeel is ontstaan.
Het wachten is op een uitspraak van ons hoogste rechtscollege waarin bevestigd wordt dat elke verdachte – in elk stadium van het proces – zijn eigen advocaat mag kiezen. Duidelijk is in ieder geval reeds nu dat van de advocaat wordt geëist dat deze niet alleen vormverzuimen benoemd maar aan de hand van de in de rechtspraak ontwikkelde criteria ook uitdrukkelijk onderbouwt waarom dit verzuim door de rechter zou moeten worden gesanctioneerd. Het blijkt dat de laatste jaren steeds hogere eisen aan het werk van een advocaat worden gesteld. Die hogere eisen staan in contrast met de forse bezuinigingen waarmee de (sociale) advocatuur te kampen heeft.
Klik hier voor de volledige tekst van de annotatie.