Tbs heeft een negatief imago. Een tal verdachten weigert mee te werken aan gedragsdeskundig onderzoek. Maak tbs interessanter voor verdachten, zonder de veiligheid in de samenleving geweld aan te doen. Leg daarom voortaan alleen tbs op, zonder daarbij een (lange) celstraf. Dat stelt Tjalling van der Goot in een opiniestuk in het Friesch Dagblad van 27 januari jl.
Klik hier voor het volledige artikel.
Tbs wordt veelal opgelegd in combinatie met een (lange) gevangenisstraf. Die combinatie is absurd en ambivalent. Tbs wordt immers alleen maar opgelegd aan mensen die lijden aan een psychische stoornis. Als zo iemand eerst een lange celstraf moet ondergaan, is het alsof je tegen iemand zegt: u bent ziek, maar u mag pas over tien jaar naar de dokter. Geen wonder dat verdachten tbs niet snel omarmen. De kans dat iemand succesvol terugkeert in de samenleving wordt drastisch verkleind. Om verdachten argumenten uit handen te slaan om te weigeren mee te werken aan een gedragsdeskundig onderzoek, moet de angst om tbs opgelegd te krijgen worden weggenomen. Leg daarom voortaan alleen tbs op en laat de celstraf achterwege.
Rechters hebben ook nu al ruime mogelijkheden gedwongen behandeling in het kader van tbs op te leggen indien de verdachte weigert mee te werken aan een gedragsdeskundig onderzoek. Desondanks is afgelopen week een wetsvoorstel aangenomen waarbij behandelaars verplicht worden gesteld hun geheimhoudingsverplichting te doorbreken en het medisch dossier in een strafzaak tegen een weigerachtige verdachte aan justitie te verstrekken. Een zorgelijke en gevaarlijke wet, omdat het van groot belang is dat eenieder zich in vertrouwen tot behandelaars moet kunnen wenden. Gestoorde mensen en mensen met een psychiatrisch toestandsbeeld zullen voortaan wel aarzelen een medicus in te schakelen in de wetenschap dat alles war wordt besproken – en door deze vertrouwenspersoon is onderzocht – in een eventuele strafzaak tegen hem kan worden gebruikt. In plaats van geestelijke hulp krijgt die persoon het risico op een verharde stoornis. Daar wordt de samenleving niet veiliger van.”
In plaats van de mogelijkheden uit te breiden om zonder medewerking van een verdachte tbs op te leggen, is het zinvoller om verdachten in een strafzaak argumenten te verschaffen juist wel mee te werken. Maak de tbs minder onaantrekkelijk. Daartoe is de afgelopen weken al een tal voorstellen gedaan. De Vereniging van tbs-advocaten bepleit in een manifest een aantal wijzigingen. Zo zou de bemoeienis van de minister moeten worden verkleind en zou niet de minister als politieke passant maar de rechter beslissingen moeten nemen over verlof en dergelijke. Dat voorkomt Kamerdebatten na een incident en voorkomt dus incidentenpolitiek. Bovendien zou meer moeten worden gedaan aan het grote verloop van behandelaren en personeel in een kliniek. In NRC Handelsblad werd daarnaast door twee tbs-advocaten voorgesteld om de tbs-behandeling te koppelen aan een maximum duur.
“In de hele discussie mis ik echter een belangrijk element. Tbs wordt namelijk veelal opgelegd in combinatie met een (lange) gevangenisstraf. (…) Leg voortaan alleen tbs op. De veroordeelde zal ook dan langdurig uit de vrije samenleving zijn verwijderd, de veiligheid van de maatschappij wordt gewaarborgd. De kans op succes in de behandeling stijgt, de gemiddelde behandelduur (en het daarmee gepaard gaande kostenaspect) daalt, het imago van tbs wordt opgepoetst en verdachten hebben geen reden meer om psychiatrisch onderzoek te boycotten. Hoewel rechters vrij zijn in hun keuze celstraffen op te leggen, zal wettelijk geregeld moeten worden dat deze in combinatie met tbs niet mogelijk is. De maatschappij verlangt – kennelijk – in vonnissen vergelding, een cijfer van het aantal jaren gevangenisstraf. Rechters gaan hierin mee. Alleen de wet kan rechters overtuigen dat het anders moet. In het belang van tbs- gestelden en in het belang van een veilige samenleving.”