In een interview met Hans en Wim Anker dat NRC Handelsblad op 20 januari jl. publiceerde, blijkt dat beide advocaten nog enkele jaren door gaan met de praktijk. Wim: “We gaan nog een aantal jaren knallen. Binnenkort gaan we wel uit de maatschap en dan wordt de kar getrokken door de overblijvende maten. Hans heeft fysiek in de kreukels gelegen, maar mentaal is hij ongebroken. En ik voel me ook zodanig dat ik denk: ik wil door. We hebben wel afgesproken: als we bij elkaar vervlakking zien, minder dynamiek, minder sprankeling, dan spreken we dat direct uit. Je kunt dit werk alleen maar doen als je alles geeft.”
Klik hier voor het volledige interview.
In het vraaggesprek komen persoonlijke aspecten aan de orde, zoals de verhuizing van Wim Anker uit Akkrum. Het dorp waar beide mannen vanaf hun jeugd hebben gewoond.
Daarnaast uiten ze kritiek op de forse bezuinigingen in de gefinancierde rechtshulp. “Ongeacht de kleur van het kabinet wordt er al jaren ernstig bezuinigd op de financiering van de rechtshulp, ten koste van de zwakkeren in de samenleving. Schande.” Hans: „Het wordt tijd om de noodklok te luiden.” Ze maken mee dat bepaalde strafrechtadvocaten uit het Westen, types die zij cowboys noemen, in de auto springen en naar Leeuwarden roetsjen als daar een interessante verdachte is aangehouden. Die dringen het politiebureau binnen en zeggen dat zij de nieuwe advocaat zijn. Terwijl de verdachte de Ankers al had gebeld. Wim: „De Orde van Advocaten zou daar…” Hans: „…streng…”Om rond te komen geven ze lezingen over hun werk, met borrel na, en cursussen strafrecht aan collega-advocaten, ook met borrel na. Sinds twee jaar zijn daar de theatercolleges bijgekomen, voor het grote publiek. Maar die doet Wim alleen. Hans: „Ik hoef niet op het grote podium te staan. Ik geef liever lezingen in het café.”
Binnenkort worden ze 65 jaar. Terugblikkend stelt Wim dat hij drie keer uit de roulatie is geweest door een burn-out. “Bij ieder theatercollege zeg ik: de kracht is Anker & Anker. Als het Anker was geweest, had ik hier niet gestaan. Als Hans door ziekte moet stoppen, stop ik drie seconden later.” Volgens Wim is zijn broer mentaal sterker. “Hans heeft geen witte jas aan, maar hij zei: je staat nooit stil bij de mooie momenten. Hij zei: euforie moet je per direct vieren. Je kunt niet op dinsdagmiddag denken: daar ga ik vrijdag een borreltje op drinken. Je gaat niet pas na twintig minuten juichen als Heerenveen gescoord heeft.”