In de Leeuwarder Courant van 20 april jl. is een interview geplaatst met Tjalling van der Goot. Dit naar aanleiding van de kritiek van de Raad voor de Rechtspraak dat het OM teveel buiten het zicht van rechters strafzaken afdoen. Volgens Van der Goot moet de bevoegdheid voor het openbaar ministerie om zelf straffen op te leggen worden ingeperkt. Hij is wel - in het belang van verdachten - voorstander van het instandhouden van de mogelijkheid om strafzaken met het OM te schikken.
Klik hier voor het artikel. Hieronder volgen enkele citaten:
Van der Goot deelt de kritiek, voor zover het betreft de ruime bevoegdheid van het OM om zelf straffen op te leggen. “Hier ben ik vanaf het begin tegen geweest. Aanklager en rechter tegelijk, alles in één hand, dat is in strijd met de scheiding der machten. Het moet niet verder dan de huidige praktijk gaan, zegt de Raad voor de Rechtspraak, maar ik zeg: het moet veel minder. Nu krijgen verdachten een strafbeschikking van het OM en die is vaak veel hoger dan wanneer een rechter erover zou oordelen. Een rechter wikt en weegt, voor het OM is een straf opleggen een administratieve handeling, vaak ook nog zonder dat er een dossier is.”
“Mijn advies aan verdachten is: teken sowieso verzet aan als je een strafbeschikking krijgt, want dat loont altijd. Een rijontzegging door het OM wordt bij een rechter vaak een voorwaardelijke rijontzegging.”
Uit een analyse uit 2014 van het Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht (Trema) bleek daarnaast dat 25% van de strafbeschikkingszaken waartegen de verdachte verzet heeft aangetekend, bij de rechter alsnog in een vrijspraak eindigt.
Van der Goot is niet tegen het sluiten van een deal door een verdachte met het OM. “Op die werkwijze heb ik geen kritiek. Aan een behandeling in de openbaarheid zit voor een bedrijf nou eenmaal een duidelijk nadeel. Namelijk dat zijn naam negatief in het nieuws komt. Het is al tientallen jaren zo dat er een schikking mogelijk is tussen justitie en verdachten. Het gaat niet alleen om geld, maar ze kunnen bijvoorbeeld ook een taakstraf overeenkomen. Voor verdachten is het gewoon goed dat deze mogelijkheid er is.”