De raadslieden Evert van der Meer en Wim Anker hebben vandaag scherpe kritiek geuit op de eis van het openbaar ministerie in de zaak tegen onze cliënt, de 31-jarige Marcos R. Volgens de verdediging is de eis in strijd met het recht en om die reden niet mogelijk. Het OM eiste deze ultieme straf. “In sommige gevallen is levenslange gevangenisstraf de enige straf die recht doet aan de ernst van de feiten of de persoon van de verdachte. Dit is zo’n zaak.”, aldus de advocaat-generaal.
De verdediging bepleitte een tijdelijke gevangenisstraf. Deze bedraagt maximaal dertig jaren. Raadsman Wim Anker voerde diverse factoren aan die reden zouden kunnen zijn deze maximale tijdelijke gevangenisstraf enigszins te matigen. Volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dient elke verdachte, ook de tot levenslang veroordeelde, perspectief te houden op terugkeer in de samenleving. In Nederland bestaat echter geen mogelijkheid tot een herbeoordeling. Gratie wordt niet verleend. De Hoge Raad heeft enkele maanden geleden geoordeeld dat de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf in ons land strijdig is met het Europese recht.
Anker wees er op dat de Hoge Raad heeft geoordeeld dat een levenslange gevangenisstraf niet kan worden opgelegd indien niet reeds ten tijde van de oplegging duidelijk is dat er na verloop van tijd een reële mogelijkheid tot herbeoordeling van de levenslange gevangenisstraf bestaat. Nu thans geen mogelijkheid op een toetsing op termijn bestaat, staat het het hof niet vrij om levenslang op te leggen.
Het OM vroeg, voor het geval het hof niet aanstonds zou willen overgaan tot het opleggen van een levenslange straf, om uitstel van de behandeling voor wat betreft de strafmaat in afwachting van de uitwerking van de gewijzigde regeling voor wat betreft de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf. In de visie van de verdediging is een dergelijke reden voor uitstel oneigenlijk nu het onderzoek geheel is afgerond. Volgens de verdediging is het precair, zo het hof een aanhouding van de zaak om die reden zou overwegen, omdat daarmee de indruk zou kunnen bestaan dat het huidige straffenarsenaal voor het gerechtshof niet voldoende is. Het hof moet de zaak beoordelen en afdoen op basis van huidige regelgeving, niet op basis van onzekere toekomstige regelgeving.
De rechtbank in Assen veroordeelde onze cliënt eerder tot een gevangenisstraf van dertig jaren. Het OM eiste ook toen een levenslange gevangenisstraf. De rechtbank overwoog toen onder meer dat “de praktijk van de levenslange gevangenisstraf in Nederland op gespannen voet staat met de eisen die uit het EVRM voortvloeien, omdat de facto nauwelijks perspectief bestaat op verkorting van de opgelegde levenslange gevangenisstraf. Dit is voor de rechtbank de reden om niet over te gaan tot het opleggen van een levenslange gevangenisstraf.” Het OM ging tegen dit vonnis in hoger beroep.
Het is nog niet bekend wanneer het hof uitspraak doet.