In het Fries Journaal van juli/augustus 2016 is in de rubriek FryslânCulinair een persoonlijk interview geplaatst met Wim Anker.
Klik hier voor het volledige stuk. Hieronder volgen enkele citaten.
Wim Anker staat vaak in het nieuws. Niet omdat hij dat graag wil, maar vanuit zijn professie. Dikwijls trekken de strafzaken die zijn kantoor doet veel aandacht. Maar ook wordt hem regelmatig om zijn mening gevraagd, zoals nu in de discussie over levenslang. (…)
‘Ik ben niet tegen levenslang. Ik ben alleen tegen de tenuitvoerlegging van deze ultieme sanctie. Je mag een mens zijn horizon niet ontnemen. (…) Nederland loopt internationaal uit de pas. (…) Wij roeien al 35 jaar tegen de stroom in. Maar wij laten ons in ons werk niet leiden door de publieke opinie.’
(…) Wat opvalt: hij formuleert bedachtzaam, heel zorgvuldig. ‘Ik heb mezelf aangeleerd in interviews na elke vraag twee seconden stil te zijn. Als jurist en raadsman moet je nooit impulsief reageren. Door rust te nemen denk je na. (…) Twan Huys zei tijdens College Tour: je haalt de vaart uit het programma. Dan maar. (…) Toen ik voor Zomergasten werd gevraagd nam ik me voor nooit eh te zeggen. En ook nooit: ik bedoel. Want dan was je in je vorige zin dus niet helder.’
(…) ‘De helft van onze zaken zijn zogeheten pro-deo-zaken. Die doen we tegen een vergoeding van de staat. Dat is een fooi. (…) Elk jaar worden deze vergoedingen verlaagd. Dat maakt me gramstorig. Maar we blijven ze doen. Dat is een principe. Het is rigide, maar we wijken niet.’
‘We leggen de ethische lat hoog. Wij willen de tuchtrechter niet ontmoeten. (…) En we willen op een normale manier worden betaald. Een poosje geleden stond er een buitenlander op de stoep met een Edah-tas vol vreemde valuta. Die is niet verder gekomen dan het halletje. Als we meer zouden willen verdienen moeten we onze praktijk aanpassen. En het mooie is, dat doen we niet.’ (…)
‘We zijn jaren geleden met een hele belangrijke tweede maatschap begonnen: Anker & Anker Opleidingen. (…) Strafjuristen die bijgeschaafd willen worden in hun vak kunnen bij ons terecht. Door die tweede maatschap kunnen wij de sociale missie van maatschap I blijven uitoefenen (…) zodat de totale strafrechtadvocatuur in ons land sterker wordt. Dat is een maatschappelijk belang. Wij delen graag kennis en we zijn niet bang. Ons kantoor is, en dat klinkt onbescheiden, marktleider in strafrecht. We zoeken mooie locaties in het land waar we cursussen geven en we trappen af in Hotel Van der Werff op Schiermonnikoog. Dan is meteen de toon gezet en de sfeer goed.’ (…)
‘Wij staan in ons werk altijd met 3-0 achter. Die underdogrol past ons. Dat maakt strijdlustig, fel en creatief. Wij zijn knokkers, vechters, strijders.’
Ik zou met Wim wel dagen kunnen praten (…) maar dan moet ik een boek schrijven. Wel, dat komt er niet. ‘Nee, nu niet, en later ook niet. Wij hebben de lucratiefste aanbiedingen van uitgevers gekregen. Drie punten waarom niet: 1) dan vertoon je trekken van ijdeltuiterij, 2) wij houden ons aan onze geheimhoudingsplicht en dus kunnen we nauwelijks praten over onze strafpraktijk, 3) het is een slecht signaal richting potentiële cliënten.’