Advocaat Wim Anker is columnist voor het tijdschrift Middelpunt. Dit blad verschijnt maandelijks huis aan huis in Midden Fryslân. Onderstaande column is in het blad gepubliceerd
“Wisseltruc
Afgelopen vrijdag zat ik na het werk even in de Ierse Pub, gelegen schuin tegenover ons kantoor aan de Ossekop te Leeuwarden. Aan een tafeltje zaten vijf inwoners van het dorp Wirdum. Zij spraken mij aan over een zeer markante zaak die ongeveer twintig jaar geleden speelde op ons kantoor. Een Wirdumer meldde zich, omdat hij een dagvaarding had gekregen voor het rijden onder invloed. Hij diende voor de politierechter te verschijnen. Tijdens de conferentie op kantoor ontkende hij echter uitermate stellig. Toen de politie arriveerde zat hij wel op de bestuurdersstoel, doch zijn kameraad had daarvoor de auto bestuurd. Toen ze in de verte een politieauto zagen, waren zij vliegensvlug van positie gewisseld, omdat zijn vriend nog in een proeftijd liep. Vervolgens werd mijn cliënt door de politie onmiddellijk geverbaliseerd.
Omdat de situatie zeer complex was, heb ik de betreffende cliënt nogmaals op kantoor uitgenodigd en hem dringend gevraagd of dit de waarheid was. Hij bleef bij zijn eerdere verklaring en vervolgens hebben wij besloten dat wij zijn kameraad als getuige ter terechtzitting zouden laten horen. Dat bergt altijd enig risico in zich omdat een getuige, anders dan de verdachte, onder ede staat en derhalve de absolute waarheid moet spreken, op straffe van meineed. Meineed is een misdrijf dat in het algemeen met onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt bestraft. Ik heb dat de beide mannen zeer goed duidelijk gemaakt.
Op de zitting ontkende mijn cliënt weer stellig en met overtuiging. De getuige, onder ede gehoord, verklaarde dat hij inderdaad de auto had bestuurd en dat men vlak voor de controle van de politie van plek was gewisseld.
De politierechter stond nu voor een moeilijke beslissing. De man die voor het hekje stond kon wel eens onschuldig zijn en de man die wel zou hebben gereden was natuurlijk niet meer op alcoholgebruik te controleren. Dat zou betekenen dat beiden vrijuit zouden gaan.
Op verzoek van de verdediging heeft de politierechter toen besloten om een reconstructie te laten plaatsvinden. Deze zou op het parkeerterrein achter het Paleis van Justitie moeten plaatsvinden met gebruik van dezelfde auto. Vastgesteld zou dan moeten worden of de betrokkenen binnen drie à vier seconden van positie zouden kunnen wisselen. De politierechter twijfelde daar sterk aan. Tot mijn verbazing besliste de politierechter toen dat deze reconstructie drie weken later zou plaatsvinden.
U raadt het al: de beide mannen hadden voldoende gelegenheid om iedere avond te oefenen. Dat ging hen goed af. Iedere keer als ik belde, was de tijd sneller dan de vorige dag. Uiteindelijk kon men in 2.4 seconden elkaars positie innemen.
Vervolgens vond de reconstructie plaats en er waren (zeer) veel journalisten uit het gehele land.
De inmiddels ervaren ‘wisselaars’ klaarden de klus in ongeveer 3 seconden.
Hierna ging de gehele meute weer het Paleis van Justitie binnen, alwaar de politierechter vonniste: vrijspraak voor de verdachte!
De foto van de reconstructie haalde diverse landelijke kranten en de zaak werd – in strafrechtkringen – bekend als ‘de wisseltruc’.
Zelf was ik ervan overtuigd dat de mannen de waarheid hadden gesproken en dat er dus recht gesproken was.
Tijdens het zeer genoeglijke en spontane samenzijn in Leeuwarden afgelopen vrijdag bevestigden zij die lezing nog eens.
Het ging hen inmiddels goed!
De politierechter zal later wel eens gedacht hebben: ik had die reconstructie toch direct op de eerste zittingsdag moeten gelasten.”