In de LC van 2 juni uiten Hans en Wim Anker kritiek op het opleggen van tbs in combinatie met een (lange) gevangenisstraf. Volgens hen is dit een “tweekoppig monster. Vergelijk het met iemand die ziek is. De dokter zegt tegen de patiënt: hier heb ik de pil waar u beter van wordt. Komt u die over twintig jaar maar ophalen. Een absurde situatie. En toch is dat precies wat we met tbs’ers ook doen”, aldus Wim Anker.
Dergelijke ‘combideals’ (dus de combinatie cel én tbs) wordt in de praktijk geregeld opgelegd. Zo legde de rechtbank in Assen vorig jaar in de zaak tegen Marcos R. dertig jaren en tbs op. “Die gaat dus eerst twintig jaar het hok in. Je hoeft geen witte jas aan te hebben om te weten dat de behandelkansen tegen die tijd enorm zijn afgenomen.”
Het is volgens Hans en Wim Anker een constructie die niet deugt. In veel gevallen is beter om alleen tbs op te legen. In de praktijk betekent dit immers ook dat een dader voor decennia en misschien wel voor altijd van de straat is. “Maar de samenleving wil een cijfer zien. Alleen tbs is niet stevig genoeg. Rechters gaan daar in mee.”
De volgorde omdraaien, dus eerst de tbs en pas daarna de celstraf, is evenmin werkbaar. “Op een gegeven moment gaat en tbs’er dan op verlof om weer te wennen. Dan zegt de rechter (…): nu bent u weer rijp voor de samenleving. En dan mag hij nog eens een enorme celstraf uitzitten. Dat kan ook niet.”
“Die celstraf moet eraf. Tbs is, ondanks het slechte imago, een goed en effectief middel. De kans dat iemand na een lange celstraf weer in de fout gaat is groter dan de kans dat een ex-tbs’er weerde mist in gaat.”
Klik hier voor het volledige artikel.