Het weekblad Panorama publiceerde deze week een interview met Wim Anker. Het vraaggesprek ging met name over het recente ingevoerde recht om als advocaat aanwezig te zijn bij de verhoren van een verdachte. Klik hier voor het volledige artikel. Hieronder volgen enkele citaten.
“Voor de rechtspleging is het heel goed dat de Hoge Raad vorig jaar heeft besloten dat verdachten tijdens een verhoor recht hebben op een advocaat. Als wij er bij zijn, verloopt het verhoor ordentelijk. Verdachten worden dan niet meer onder druk gezet. Vergis je niet, hè. Onder druk kun je niet alleen een diefstal van een fles WC-eend bekennen, maar ook een moord. Dat hebben we allemaal gezien in de Puttense moordzaak. Daarom moeten we erbij zijn. Zodat we scherp kunnen controleren. Ik noem advocaten niet voor niets de waakhonden van het rechtsbedrijf.”
“Maar dan is het na al die jaren eindelijk geregeld en dan krijgen we amper betaald. Een schande. (…) Als jurist word ik nooit boos. Hooguit gramstorig. (…) Het algemeen heersende gevoel in de samenleving is dat advocaten het heel goed hebben. Ik kan zeggen: dat is echt niet meer zo. Wij doen procent van onze zaken pro deo, ikzelf zelfs 90 procent. Daarmee moeten wij op ons kantoor 22 mensen aan het werk houden. (..) Voor een verhoor krijgen wij iets meer dan 150 euro. Voor dat bedrag zitten we dan bijvoorbeeld tien uur bij een verhoor in pakweg Middelburg. En dan niet één keer, maar meerdere dagen. Want die 150 euro, dat is niet per uur of voor één verhoor, maar voor alle verhoren bij elkaar. En omdat we bij al die verhoren aanwezig moeten zijn, kunnen we ook geen ander werk doen.”
“ (…) we mogen niet eens onze mond open doen, tenzij in uitzonderingssituaties. Ook dat moet anders. We willen niet tien uur lang als een zak meel naast de verdachte zitten. Dan willen we er als rechtsbijstandverlener zijn. Kunnen ingrijpen, corrigeren en vragen stellen. |Dat is cruciaal."
“Het gaat natuurlijk weer om geld, zeggen ze dan, maar het gaat helemaal niet om geld. Het gaat om mensen. Om de verdachten, om een eerlijk proces. Dat is het hart van de democratische rechtsstaat.”
“Over de stand van de rechtsstaat in Nederland ben ik somber, maar tegelijkertijd vind (…) ik het ook wel weer mooi. Wanneer je met 3-0 achterstaat, kun je de kopjes laten hangen maar je kunt ook heel strijdvaardig, fel en creatief worden. (…) We zijn meer nodig dan ooit tevoren.”