Tot verbazing van de verdediging verschenen er de afgelopen dagen, terwijl de rechter aan het beraadslagen is, twee uitgebreide artikelen in De Telegraaf over de zaak ‘Milly Boele’. In de artikelen wordt de suggestie gewekt dat het onderzoek in deze zaak niet volledig is, dan wel dat er plotseling sprake is van nieuwe feiten. Opmerkelijk, omdat de rechtbank het onderzoek ter terechtzitting reeds heeft gesloten en de uitspraak is bepaald op vrijdag a.s.
De constateringen in De Telegraaf zijn onjuist:
a. In het artikel van vorige week - onder de kop “Cruciale fouten NFI in zaak Milly Boele” - is gesteld dat het onderzoek naar mogelijke spermasporen in en rond de mond van Milly Boele onvolledig is geweest. Daardoor zou niet met zekerheid kunnen worden vastgesteld of er sprake is van het binnendringen in het lichaam van Milly Boele en derhalve van art. 242 Sr (verkrachting). Hiermee wordt voorbij gegaan aan het feit dat de deskundige van het NFI ter terechtzitting uitgebreid hierover heeft verklaard. Ook heeft zij gemotiveerd aangegeven waarom nader onderzoek niet heeft plaatsgevonden of heeft kunnen plaatsvinden.
b. In De Telegraaf van maandag 22 november jl. staat – onder de kop “Ouders Milly vragen rechter uitstel vonnis” - dat alsnog moet worden onderzocht of Sander V. wellicht harddrugs heeft gebruikt. Klik hier voor het volledige artikel. Er staat letterlijk: “Deze krant stuitte de afgelopen dagen op aanwijzingen dat V., die beweert alleen softdrugs te gebruiken, rond de gruwelijke kindermoord XTC slikte.” Dit is een onjuist weergave van de feiten. Onze cliënt ontkent XTC te hebben gebruikt. Het feit dat er daarentegen XTC-sporen zijn aangetroffen op de sweater van Milly is al maandenlang bekend. Het NFI-rapport hierover zit in het dossier en alle direct betrokkenen kenden dit gegeven. De Telegraaf presenteert dit feit thans als een primeur. Het OM en de verdediging hebben geen aanleiding gezien om op basis van het NFI-rapport te vragen om een nader onderzoek. Er is geen enkele relatie aangetoond tussen cliënt en de op de sweater aangetroffen sporen van cannabis en XTC. Nader onderzoek zal die relatie in onze optiek ook nimmer kunnen aantonen. We moeten ons bovendien realiseren dat dergelijk onderzoek weer maanden uitstel betekent. Het is een afweging van diverse belangen. Van belang is hierbij dat de verdediging in een eerder stadium heeft verzocht om onderzoek door het NFI naar het cannabisgebruik van Sander V. Hiertoe werd onder meer zijn bloed onderzocht en afgenomen urine onderzocht. Relevante resultaten bracht het rapport van het NFI niet of nauwelijks.
Tenslotte constateren wij dat het een vreemde gang van zaken is dat de advocaat van de nabestaanden nu een brief stuurt naar de voorzitter van de rechtbank met het verzoek om een aanhouding. De advocaat is formeel geen partij. Hij heeft namens de familie een schadevergoeding ingediend en mocht deze ter terechtzitting toelichten. De koninklijke route is dat hij zich wendt tot het OM! Het OM zou vervolgens een nader onderzoek kunnen gelasten dan wel aan de rechtbank om heropening van het onderzoek kunnen vragen. Het sturen van een brief naar de voorzitter van de rechtbank in deze fase is zeer ongebruikelijk. De rechtbank kan dan ook besluiten geen acht te slaan op de inhoud van dit schrijven. Het verzoek is immers gedaan na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting. Bovendien geldt ook hier weer dat het “oud nieuws” betreft. Dit had ook de advocaat van de ouders kunnen weten, temeer omdat de wet aan de benadeelde partij een recht op kennisneming van de processtukken geeft.
Vrijdag a.s. te 14.00 uur horen we hoe de rechtbank in Dordrecht over de zaak oordeelt.
T. van der Goot
W. Anker