Algemeen deken J. Loorbach heeft in een opiniërend stuk in Trouw d.d. 11 januari jl. gereageerd op een redactioneel artikel in hetzelfde dagblad van 23 december jl. Volgens de redacteur in laatstgenoemd artikel zorgt het stilzwijgen van de advocaat er voor dat de verdachte in de Amsterdamse zedenzaak, Robert M., door de wildgroei aan berichtgeving vooruitlopend op het proces op flinke achterstand staat.
De algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten schrijft dat Trouw de verdediging kennelijk een verwijt maakt door te stellen dat de cliënt door het stilzwijgen ‘op achterstand’ staat. Dat is ten onrechte omdat het er van uit gaat dat het proces zich via de media voltrekt. Anders ontstaat er geen achterstand. Volgens de deken staat echter het belang van de verdachte voorop. Nu in Nederland geen ‘trial by press’ wordt gevoerd, is discretie het vaakst in het belang van de cliënt. Daar komt bij de verdachte tot dusver in het belang van het onderzoek in beperkingen verblijft, hetgeen inhoudt dat hij geen contact met de buitenwereld mag hebben. De advocaat is daardoor evenzeer ‘gemuilkorfd'. De deken noemt het merkwaardig dat het OM zich kennelijk door het belang van het onderzoek niet beperkt acht om naar buiten toe op te treden.
Klik hier voor het redactionele artikel in Trouw en bekijk hier de reactie van de algemeen deken.
De verdediging (de mrs. Tjalling van der Goot en Wim Anker) doet thans geen uitlatingen over de inhoud van de zaak. Een zittingsdatum is nog niet bekend.