De invoering van minimumstraffen maakt de rechter vleugellam. De onafhankelijke rechter is juist benoemd om na weging van alle relevante feiten en omstandigheden tot een afgewogen oordeel te komen. Dat oordeel wordt gefrustreerd indien de rechter een ondergrens als straf moet opleggen. Wij als advocaten kunnen de rechtbank bovendien dan geen meer op maat gesneden strafvoorstel in overweging geven. Als voorbeeld noemen wij verkrachting. Volgens de Hoge Raad is ook een afgedwongen tongzoen verkrachting. Fout, maar wel van een geheel andere orde dan de afgedwongen seksuele gemeenschap met het mes op de keel. Een tongzoen zal dan tot een straf gaan leiden die niet in overeenstemming is met het feit en met de omstandigheden. De wetgever heeft immers voorafgaande aan de terechtzitting de afweging voor de rechter reeds gemaakt.
De beperking van proefverlof voor tbs’ers is fundamenteel onjuist. Tbs is door een rechter opgelegd met het doel om de veroordeelde na behandeling terug te laten keren in de maatschappij. Verlof is een essentieel onderdeel van de behandeling. Het frustreren van verlofmogelijkheden leidt tot stagnatie van de behandeling en de behandelduur. Dat is niet in het belang van de veroordeelde. Maar ook de samenleving heeft hierbij geen baat. Denk bijvoorbeeld aan extra kosten door een langer verblijf in een kliniek. Bovendien zijn de verloven naar aanleiding van enkele incidenten de afgelopen jaren reeds sterk beperkt. Met een verdere beperking wordt het hart uit het tbs-systeem gehaald. Opmerkelijk is dat alle directeuren van de dertien forensische instellingen in een niet gepubliceerde nota recentelijk hebben bepleit dat het verlofregime juist moet worden versoepeld omdat anders het tbs-systeem dreigt vast te lopen.
Kortom, als het gaat om deze veiligheidsplannen wat ons betreft ‘geen woorden, maar ook geen daden’ tijdens de kabinetsformatie.
Tjalling van der Goot