Op zondag 15 april jl. is door Omrop Fryslân de maandelijkse (Friestalige) gesproken column van Tjalling van der Goot op de radio uitgezonden.
“Een tweekoppig monster
Achttien jaar én tbs kreeg de verdachte van de moord op een jonge vrouw uit Sneek eind maart van de rechtbank in Leeuwarden. Twintig jaar cel én tbs eiste het openbaar ministerie afgelopen week in de zaak tegen Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak. Een bijzondere combinatie, zo´n lange gevangenisstraf met tbs. In mijn ogen zelfs een tegenstrijdige combinatie.
Tbs houdt in dat een dader wordt behandeld. Een behandeling die nodig is omdat sprake is van een geestelijke stoornis, een stoornis die door deskundigen is vastgesteld. Zonder behandeling is er bij een dergelijke persoon een grote kans op herhaling van een soortgelijk strafbaar feit. Een behandeling in het kader van tbs komt er op neer dat de veroordeelde persoon in een tbs-kliniek wordt opgenomen. Hij komt pas weer vrij als de rechter - na advies van de kliniek - vindt dat bij deze man of vrouw na het jarenlang volgen van therapieën geen grote kans op herhaling meer bestaat.
De resultaten van tbs zijn prachtig. Resultaten die door de politiek overigens niet worden gezien. Uit onderzoek blijkt dat de kans dat iemand na een tbs terugvalt in strafbaar gedrag klein is, veel kleiner dat bijvoorbeeld bij iemand die een gevangenisstraf heeft ondergaan. Tbs werkt dus. Het is dan ook ten onrechte dat tbs zo’n beladen begrip is geworden.
Tbs is bedoeld om mensen weer te laten meedraaien in de samenleving. Tbs is dan ook geen straf, maar een maatregel bovenop een straf. In feite wordt deze maatregel opgelegd aan mensen waarvan is vastgesteld dat ze ziek zijn, geestelijk ziek. Als deskundigen van mening zijn dat een tbs-patiënt nog een groot risico voor anderen is als hij in de maatschappij zou terugkeren, blijft hij in de kliniek. Alleen tbs’ers waarvan is gebleken dat zij geen groot risico meer vormen, kunnen terugkeren in de wereld buiten de muren van de tbs-kliniek. Een verblijf in een kliniek duurt gemiddeld zo’n tien jaren.
De tbs-behandeling werpt dus haar vruchten af. De resultaten zijn positief. Het is in het belang van een ieder dat iemand op den duur weer volwaardig mee kan doen in de maatschappij. Bovendien kost het de samenleving ook nog eens veel minder geld. Iemand die weer kan werken, belasting kan betalen, een gezin kan onderhouden, is natuurlijk voor de maatschappij veel meer van waarde dan iemand die een duur plekje in een tbs-kliniek bezet houdt.
Er is echter één probleem. De wet regelt dat de tbs-behandeling pas kan beginnen als de gevangenisstraf achter de rug is. Dus eerst zitten, dan behandelen. Alle deskundigen zijn er echter over eens dat de kans op een succesvolle behandeling bij een tbs’er veel groter is als zo snel als mogelijk met de behandeling wordt gestart. Het opleggen of eisen van een langdurige gevangenisstraf in combinatie met tbs is dus in strijd met alles waar tbs voor staat, namelijk terugkeer in de maatschappij.
De rechtbank in Leeuwarden, de officier van justitie in de Amsterdamse zedenzaak zeggen dat de verdachte ziek is, maar pas over twintig, achttien jaar naar de dokter mag. Het moge duidelijk zijn dat dit niet de bedoeling van tbs is.
Een lange gevangenisstraf heeft maar een reden: wraak. Vergelding voor het leed dat de dader heeft aangericht. Ik zal niet bestrijden dat vergelding ook een belangrijk aspect in een straf is. De rechter moet niet doof zijn voor de mening van slachtoffers en van de samenleving. Anderzijds betekent tbs dat de dader een stoornis heeft. Hij is geestelijk ziek en heeft hierbij medische hulp nodig. Het betekent dat in zo´n geval is vastgesteld dat het feit de dader minder kan worden toegerekend als wanneer hij geen stoornis zou hebben gehad. Hij kan er dus – simpel gezegd - minder aan doen dan iemand die geestelijk gezond is.
Bij iemand die geestelijk niet in orde is, van wie deskundigen zeggen dat hij er minder aan kan doen dat hij het strafbare feit heeft gepleegd, die moet worden behandeld met als doel terug te keren in de samenleving en waarvan vaststaat dat een snelle start van deze behandeling de kans op succes groter maakt, is het opleggen van een lange gevangenisstraf én tbs als een tweekoppig monster. Het ene sluit het andere uit.
Wraak als motief voor een lange straf is bijten in de eigen staart. De kans dat een tbs’er na zo’n lange gevangenisstraf nog succesvol kan worden behandeld in een kliniek is klein. En juist een succesvolle behandeling is in het belang van de samenleving. In lange gevangenisstraf werkt contraproductief. Wraak is niet de oplossing. Ik hoop dat niet vergelding is een vonnis voorop staat, maar dat de rechters oog hebben voor het uiteindelijk doel van een tbs-behandeling. Te weten, het beter worden van de patiënt. Daar wordt iedereen beter van.”