Een 41-jarige inwoner van de provincie Fryslân is, enkele dagen na de inwerkingtreding van de wet waarin het opleggen van een alcoholslotprogramma (ASP) mogelijk is, aangehouden op verdenking van het rijden onder invloed. Onze cliënt is nimmer eerder met justitie in aanraking gekomen.
In eerste instantie is het rijbewijs door de politie ingehouden en nadien door de officier van justitie ingehouden. Cliënt heeft een bezwaarschrift tegen de inhouding van het rijbewijs ingediend. De reden hiervoor is dat hij met behoud van uitkering werkzaam is bij een installatiebedrijf en in die functie bedrijfsauto’s berijdt. Daarvoor heeft hij een rijbewijs nodig. De raadkamer van de rechtbank in Leeuwarden heeft om die reden de teruggave van het rijbewijs gelast. De rechtbank achtte de klemmende persoonlijke omstandigheden doorslagggevend.
Ondanks de voorlopige clementie van de rechtbank in de strafzaak, heeft het CBR aan cliënt de nieuwe maatregel ASP opgelegd. Dat is een bestuursrechtelijke maatregel die los staat van de strafzaak. Deze maatregel is per 1 december jl. in de wet opgenomen. Bestuurders die voor de eerste keer worden geverbaliseerd op verdenking van het rijden onder invloed en daarbij meer dan 570 mg/l hebben geblazen komen in aanmerking voor het ASP. Op grond van de oriëntatiepunten van de rechters wordt bij een dergelijke gemeten hoeveelheid alcohol in de strafzaak nog geen onvoorwaardelijke rijontzegging opgelegd.
Overigens wordt aan de bestuurder een maatregel opgelegd, zonder dat de rechter een uitspraak over schuld of onschuld heeft gedaan. De bestuurder is nog maar verdachte in de strafzaak.
Het ASP heeft verstrekkende gevolgen. In de eerste plaats wordt door het CBR direct het rijbewijs ongeldig verklaard. De bestuurder kan een nieuw alcoholrijbewijs aanvragen. Dat werkt stigmatiserend omdat het rijbewijs een code vermeld die duidt op een opgelegd ASP. De kosten zijn voor rekening van de bestuurder.
Daarnaast brengt het CBR de kosten (€ 300) in rekening voor het opleggen van het ASP. Deze kosten worden gefactureerd, ongeacht de medewerking van de bestuurder aan het ASP.
Voorts komen de kosten van de tenuitvoerlegging van het ASP (€ 700) voor rekening van de bestuurder.
De bestuurder moet verder de huur van het alcoholslot, de in- en uitbouw van het alcoholslot en het periodiek uitlezen van het slot bij het uitleesstation betalen.
Alles bij elkaar bedragen de kosten grofweg zo’n € 3.500.
Onze cliënt heeft een bijstandsuitkering. Met behoud van deze uitkering is hij werkzaam. Voor dit werk rijdt hij in diverse bedrijfswagens. Deze zijn niet uitgerust met en alcoholslot.
Het opleggen van het ASP heeft dus mogelijkerwijs tot gevolg dat cliënt zijn werk niet meer kan uitoefenen. Bovendien is hij – gelet op zijn geringe inkomen – niet in staat de kosten van het ASP te voldoen. Op grond van de wettelijke regeling wordt het rijbewijs ongeldig verklaard indien de kosten niet tijdig zijn voldaan.
Onze cliënt moet zich te zijner tijd verantwoorden voor de strafrechter. In dat kader staat advocaat mr. Tjalling van der Goot hem bij. Tegen het opleggen van het ASP wordt bezwaar gemaakt bij het CBR. Juridisch medewerker mr. Nico de Vries behartigt de belangen van cliënt in deze procedure.
Het ASP kent niet – zoals in het strafrecht – een draagkrachtbeginsel. Dat houdt in dat de kosten voor een miljonair even hoog zijn als voor een uitkeringsgerechtigde. Bovendien kan het opleggen van het ASP verlies van het werk opleveren. De verdediging bestudeert thans of het ASP in strijd komt met regels van Europees recht.