Het vandaag door het openbaar ministerie Noord-Nederland gesloten hennepconvenant stelt spierballen boven de rechten van een verdachte. Dat zegt raadsman Tjalling van der Goot. Volgens hem ‘batst’ het OM al in een vroegtijdig stadium in het strafproces zonder het oordeel van de onafhankelijke rechter af te wachten. Hij bepleit terughoudendheid in plaats van een krachtige aanpak van verdachten in hennepzaken.
Het OM Noord-Nederland werkt vanaf nu samen met de Politie Noord Nederland, het UWV, woningbouwcoöperaties, nutsbedrijven en gemeenten. Volgens een publicatie van het OM kan “door een brede samenwerking van gemeenten, politie en Openbaar Ministerie met partijen zoals woningbouwcorporaties, netbeheerders, waterbedrijven en uitkeringsinstanties (..) effectiever worden opgetreden tegen de hennepteelt. Met deze gezamenlijke aanpak kan een breed scala aan sancties en maatregelen worden opgelegd in Noord-Nederland.” In de praktijk betekent dit dat naast een strafrechtelijke vervolging beslag kan worden gelegd op vermogensbestandedelen van de verdachte, een woning tijdelijk door de burgemeester kan worden gesloten, sancties in de uitkeringssfeer kunnen worden toegepast en energieleveranties kunnen worden stopgezet.
Volgens Van der Goot past deze krachtige aanpak van hennepteelt bij het huidige beleid van het OM. Dit beleid staat echter haaks op de opinie van een groot deel van de bevolking die vóór regulering en/of legalisering van de teelt van hennep is. D’66 heeft nota bene een initiatief-wetsvoorstel met deze strekking ingediend. Inmiddels hebben 58 gemeenten in ons land het Manifest Joint Regulation ondertekend met een oproep om te komen tot een landelijk stelsel van gecertificeerde en gereguleerde cannabisteelt. Het is uiterst twijfelachtig of het vandaag door het OM gepresenteerde convenant op brede steun in de samenleving kan rekenen.
Daar komt bij dat het convenant miskent dat een verdachte voor onschuldig wordt gehouden totdat een onafhankelijke rechter schuld bewezen heeft geacht. Dat is een fundamenteel principe in een strafproces. Een verdachte is dus geen dader. Door direct na een aanhouding beslag te leggen op vermogensbestandelen van een verdachte loopt het OM vooruit op een rechterlijke beslissing. In enkele gevallen worden in beslag genomen zaken direct vernietigd. Indien de rechter later de verdachte vrijspreekt, of veroordeelt maar zonder toewijzing van een vordering tot ontneming van illegaal behaalde winsten, of veroordeelt met een (vaak) fors lager bedrag aan illegaal behaalde winsten is het leed reeds geleden. Er is bij een verdachte soms dan al onherstelbare schade toegebracht door de prille handelwijze van het OM. Dat past niet.
Dat geldt temeer als het OM informatie uit het strafrechtelijk onderzoek deelt met de gemeente, het UWV en nutsbedrijven. Ook deze instanties geven op basis van door het OM verstrekte informatie sancties zonder het oordeel van de rechter af te wachten.
Van belang is tot slot dat de praktijk leert dat gemeenten en nutsbedrijven vaak afschriften van het dossier ontvangen, terwijl de verdachte en zijn verdediging deze stukken nog niet hebben. Niet zelden verneemt een verdachte in een civiele of bestuursrechtelijke procedure tegen de gemeente of een nutsbedrijf (delen van) de inhoud van het door de politie opgemaakte proces-verbaal. Dat is strijdig met een eerlijk proces en met het recht van een verdachte om zich in een strafproces fair te kunnen verdedigen.
Natuurlijk zijn er situaties waarin verdachten later ook worden veroordeeld en ook wederrechtelijk voordeel hebben behaald. Dat voordeel kan volgens de wet afgeroomd worden. Vooruitlopend daarop biedt de wet aan het OM mogelijkheden om beslag te leggen om te voorkomen dat vermogensbestanddelen vervreemd worden. Anderzijds zijn er talloze voorbeelden waarin de verdachte niet wordt veroordeeld of waarin het voordeel volstrekt anders wordt geschat door de rechter dan door het OM. In die gevallen is soms reeds onherstelbare schade toegebracht in het voorbereidende onderzoek door acties van het OM, de gemeente, het UWV en/of nutsbedrijven. De goeden lijden aldus onder de kwaden. Dat past niet in ons rechtssysteem.
Van der Goot bepleit terughoudendheid in plaats van ruimhartigheid bij het toepassen van de wettelijke beslagmogelijkheden en andere sanctiemogelijkheden. Bovendien is hij geen voorstander van het verstrekken van afschriften van het proces-verbaal aan derden, zoals gemeenten, UWV en nutsbedrijven. Als het dossier toch verstrekt wordt, zou dit tevens aan de verdediging ter hand gesteld moeten worden.
Klik hier voor een reportage over dit item bij Omrop Fryslân.