De van moord verdachte Benjamin N. moet alsnog veertien dagen voorlopige hechtenis ondergaan. De rechtbank in Groningen heeft in hoger beroep op 30 juni jl. de beslissing van de rechter-commissaris vernietigd. Deze besloot afgelopen vrijdag nog dat er geen ernstige bezwaren tegen cliënt waren en dat de vordering om de bewaring voor veertien dagen te bevelen werd afgewezen. De officier van justitie ging tegen deze beslissing in hoger beroep.
Onze cliënt wordt door justitie verdacht van betrokkenheid bij de dood van zijn 39-jarige vrouw op 23 juni jl. De vrouw was hoogzwanger. Ook het ongeboren kind is overleden.
Cliënt wordt bijgestaan door mr. Evert van der Meer.
Cliënt is na zijn aanhouding in verzekering gesteld. Tegen cliënt is een bevel beperkingen uitgevaardigd. Dat betekent dat inhoudelijk door de verdediging niets kan worden medegedeeld.
Het openbaar ministerie kan – indien ernstige bezwaren aanwezig zijn – binnen de periode van veertien dagen zo nodig verlenging van het voorarrest vorderen. In dat geval wordt een vordering daartoe behandeld door de raadkamer van de rechtbank.